29964 |
aanbinder |
aanbinder:
an˱beŋǝr (L265p Meijel),
ābeŋǝr (Q121p Kerkrade, ...
Q197p Noorbeek,
Q197a Terlinden),
ābęŋǝr (Q121p Kerkrade),
ān˱be ̞njǝr (L432p Susteren),
ān˱benjǝr (L320a Ell, ...
L292p Heythuysen,
Q039p Hoensbroek,
L321p Neeritter,
L318b Tungelroy,
L289p Weert),
ān˱beŋǝr (Q111p Klimmen
[(meervoud: ān˱beŋǝš)]
, ...
L270p Tegelen,
L289p Weert),
aanbrenger:
ānbreŋǝr (Q019p Beek
[(meervoud: ānbreŋǝrš)]
, ...
Q097p Ulestraten),
brug:
brex (L364p Meeuwen),
den:
dęn (Q194p Rijckholt, ...
Q099q Rothem),
drager:
drē̜gǝr (Q117a Waubach),
dwarsden:
dwērš˱dęn (Q100p Houthem, ...
Q101p Valkenburg),
dwarspaal:
dwarspǭl (L267p Maasbree),
langspaal:
laŋspǭl (L271p Venlo),
ligger:
legǝr (L316a Lozen),
nevenbinder:
nēvǝn˱bindǝr (L211p Leunen),
nē̜vǝbeŋǝr (L291p Helden, ...
L290p Panningen,
L270p Tegelen),
nē̜vǝbindǝr (L163p Ottersum, ...
L210p Venray),
nē̜vǝn˱bendǝr (L271p Venlo),
nevenling:
nē̜vǝleŋ (L382p Montfort),
paal:
pǭl (L320c Haler, ...
Q013p Uikhoven),
querhout:
kwērhōts (Q121c Bleijerheide
[(meervoud: kwērhōtsǝr)]
),
schachelrute:
šaxǝlrow (Q113p Heerlen),
schachtroede:
šaxrow (Q113p Heerlen),
schachtroede voor aan te binden:
šaxrǫw vȳr ā tsǝ beŋǝ (Q121p Kerkrade),
steigerden:
štęjgǝrdęn (Q098p Schimmert),
štęjgǝrdɛn (Q019p Beek),
steigerhout:
štēgǝrhōt (Q113p Heerlen),
steigerpaal:
štī.gǝrpǭl (Q117a Waubach),
steigerstang:
štīgǝrštaŋ (Q202p Eys),
stellingden:
stęleŋdɛn (Q018p Geulle),
štęleŋdɛn (Q019p Beek),
stellingpaal:
stø̜leŋpoǝl (L360p Bree),
stellingshout:
štęleŋshōt (Q028p Jabeek
[(meervoud: štęleŋshōtǝr)]
),
tegenbinder:
ti.gǝn˱benǝr (L364p Meeuwen),
tēgǝn˱bɛ̄ndǝr (K278p Lommel),
tegenpaal:
tēgǝpǭl (Q095a Oud-Caberg),
verbindingspaal:
vǝrbendeŋspǭl (K353p Tessenderlo),
verbindstuk:
vǝrbęjŋstø̜k (P176p Sint-Truiden),
windhout:
wentjhǫwt (L330p Herten
[(meervoud: wentjhǫwtǝr)]
)
|
Houten paal die horizontaal aan de staanders wordt gebonden. Op de aanbinders komen korte paaltjes te liggen, de zgn. 'kortelingen', die aan één eind op de aanbinder dragen en aan de andere kant in de daarvoor uitgespaarde steigergaten in de muur. Wanneer bij het bevestigen van de aanligger aan de staander gebruik wordt gemaakt van touwen, wordt onder de aanbinder op de staander een steigerklos aangebracht. Zie ook afb. 17. Zie voor het woordtype 'schachelrute' ook RhWb vii, kol. 831, s.v. 'Schachelrute'. [N 32, 2b; monogr.]
II-9
|