26608 |
aanladen |
aanladen:
ǭǝnlǭǝ (Q078p Wellen),
aanplakken:
ǭǝnplakǝ (Q159p Broekom),
aanplekken:
ǭǝnplɛkǝ (Q077p Hoeselt),
in deeg malen:
en dīǝx mǭlǝ (P051p Lummen),
koeken:
kukǝ (P187p Berlingen),
opmalen:
ǫpmǭlǝ (P176p Sint-Truiden),
ǫp˱mǭ.lǝ (Q095p Maastricht),
pieringen hebben:
pireŋǝ hø̜bǝ (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
plakken:
plakǝ (P120p Alken, ...
P187p Berlingen,
Q160p Bommershoven,
P184p Groot-Gelmen,
Q160a Haren,
P188p Hoepertingen,
P177a Ordingen,
P119p Sint-Lambrechts-Herk,
P058p Stevoort),
plekken:
plękǝ (Q079a Wintershoven),
plɛkǝ (Q083p Bilzen, ...
Q164p Heks,
Q188p Kanne,
L316p Kaulille,
P051p Lummen,
Q095p Maastricht,
Q180p Mal,
Q181p Sluizen,
Q162p Tongeren),
slecht lopen:
slę̄x lő̜wpǝ (P195p Gutschoven),
stoppen:
stǫpǝ (Q241p Rutten),
toelopen:
tulǫwpǝ (Q020p Sittard),
toemalen:
tumālǝ (L321p Neeritter, ...
L318p Stramproy),
tǫwmā.lǝ (Q095p Maastricht),
tǫwmālǝ (L289p Weert),
tǫwmǭ.lǝ (Q088p Lanaken),
toesmeren:
tusmę̄rǝ (L211p Leunen),
vastmalen:
vásmǭ.lǝ (Q088p Lanaken),
vastvaren:
va.s˲vǭǝrǝ (P177a Ordingen),
vastzitten:
va.s˲zętǝ (P195p Gutschoven),
zich aanzetten:
zex˱ ānzɛtǝ (Q099q Rothem)
|
Het toegeplakt raken van het scherpsel van de molenstenen als gevolg van deegachtig meel. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛaangeladen, toegemalenɛ.' [N O, 34n; Vds 181; Coe 147; Grof 173]
II-3
|