30115 |
aanzetsteen |
aanvanger:
āvɛŋǝr (Q202p Eys),
aanzetsteen:
anzetstiǝn (L265p Meijel),
ānzatštęjn (Q019p Beek, ...
Q100p Houthem,
Q101p Valkenburg),
ānze ̞tstęjn (L320a Ell),
ānzøtstęjn (L360p Bree),
ānzętstęjn (L321p Neeritter, ...
Q013p Uikhoven,
L289p Weert),
ānzętštęjn (Q098p Schimmert, ...
L432p Susteren),
ānzętštɛj.n (L290p Panningen),
ǭnzętstęjn (Q095p Maastricht),
aanzetter:
ānzętǝr (Q111p Klimmen, ...
L318b Tungelroy),
beginsteen:
bǝgenstęjn (L271p Venlo),
bǝgenštęjn (L330p Herten),
boogsteen:
bǭxštęjn (L270p Tegelen),
draagsteen:
drāxstēǝn (K278p Lommel),
eerste brik:
īrstǝ brīk (Q003p Genk),
eerste steen:
ęjstǝ stēn (Q083p Bilzen),
ęstǝ stijǝn (K353p Tessenderlo),
grondbrik:
grǫnt˱brek (Q095a Oud-Caberg),
hoeksteen:
hōkstšn (L316a Lozen),
kantsteen:
kantstęjn (L382p Montfort)
|
De eerste steen aan elk van de uiteinden van een boog. [N 32, 19c; monogr.]
II-9
|