20977 |
aanzetten |
aanlengen:
ānlęŋǝ (L371a Geistingen),
aanstellen:
āštɛlǝ (Q032p Schinnen),
aanwerken:
aanwerken (K317a Kerkhoven, ...
Q009p Maasmechelen),
ānwerkǝ (L371a Geistingen),
ǭnwɛrǝkǝ (P107a Rummen, ...
P176p Sint-Truiden),
ǭwɛrkǝn (K353p Tessenderlo),
aanzetten:
a.nzɛtǝn (L421p Dilsen),
aanzetten (K317a Kerkhoven, ...
L416p Opglabbeek),
aonzitte (Q193p Gronsveld),
ānzętǝ (Q018p Geulle),
ānzɛtǝ (L318p Stramproy),
āzętǝ (Q113p Heerlen),
ǭ.nzɛtǝ (L414p Houthalen),
ǭnzętǝn (Q003p Genk),
ǭnzɛtǝ (Q071p Diepenbeek),
ɛnzetǝ (L265p Meijel),
bijbouwen:
bibǫwǝ (L329p Roermond),
bijwerken:
bijwerken (P177p Zepperen),
doorschieten:
doorschieten (K278p Lommel),
flink aan het bouwen zijn:
fleŋk ān ǝt buwǝ zīn (L381b Peij),
gijl op bier zetten:
gęǝl ǫp biǝr zętǝ (Q078p Wellen),
gist derin roeren:
gɛs dren rø̄rǝ (L387p Posterholt),
gist geven:
ges gēvǝ (Q095p Maastricht),
gisten:
gęstǝ (Q095p Maastricht),
goed aanzetten:
gōt ānzetǝ (L333p Asenray / Maalbroek),
goed uitbouwen:
gōt ūtbuwǝ (Q019p Beek),
koeken:
koke (Q193p Gronsveld),
lengen:
lengen (Q009p Maasmechelen, ...
L294p Neer),
leŋǝ (L333p Asenray / Maalbroek, ...
L289p Weert),
lęŋǝ (L371a Geistingen),
lɛŋǝ (L428p Born, ...
L372p Maaseik,
Q015p Stein),
mengelen:
meŋǝlǝ (P180p Kerkom),
mengen:
m ̇ęŋǝ (L362p Opitter),
meŋǝ (L325p Horn),
opzetten:
ǫpzętǝ (L325p Horn),
raat aanzetten:
raat aanzetten (Q002p Hasselt),
satz:
satz (L210p Venray),
uitbouwen:
ytbǫwǝ (L210p Venray, ...
L215a Wellerlooi),
vlot bouwen:
flot buwǝ (L333p Asenray / Maalbroek, ...
L330p Herten),
zetten:
zetten (L250p Arcen),
zętǝ (P120p Alken)
|
Gist toevoegen aan de afgekoelde wort. [N 35, 66; N 35, 65; monogr.] || Het toenemen van de raat of het groeien van het was na het begin. [N 63, 16b; N 63, 16c] || vasthechten (van voedsel)
II-2, II-6, III-2-3
|