30101 |
achterwerkers |
achterwerkers:
axtǝrwe ̞rǝkǝrs (Q121p Kerkrade),
axtǝrwerkǝš (Q202p Eys),
axtǝrwerǝkǝrs (L330p Herten, ...
L382p Montfort),
axtǝrwerǝkǝš (Q111p Klimmen),
axtǝrwęrkǝrs (Q098p Schimmert),
axtǝrwęrǝkǝrs (Q113p Heerlen, ...
L292p Heythuysen,
Q198a Mesch,
L318b Tungelroy
[(tweede soort)]
),
axtǝrwɛrǝkǝrs (Q095p Maastricht),
ātǝrwęrkǝrs (Q090p Mopertingen),
āxtǝrwęrǝkǝrs (Q193p Gronsveld, ...
Q194p Rijckholt),
binnenbrikken:
benǝbrekǝ (L364p Meeuwen),
binnenspouwstenen:
benǝspǫwstęjn (L271p Venlo),
binnenstenen:
benǝstijǝnǝ (K353p Tessenderlo),
benǝstęjn (L289p Weert),
benǝštęjn (Q111p Klimmen),
binnenwerkers:
be ̞nǝwe ̞rǝkǝrs (L291p Helden, ...
Q121p Kerkrade,
L290p Panningen),
benǝnwęrǝkǝrs (L270p Tegelen),
benǝwerkǝrs (L320a Ell, ...
L320c Haler),
benǝwęrkǝrs (L163p Ottersum),
benǝwęrkǝrš (Q019p Beek, ...
Q097p Ulestraten),
benǝwęrǝkǝrs (Q039p Hoensbroek, ...
L211p Leunen,
L318b Tungelroy
[(tweede soort)]
,
L210p Venray,
L289p Weert),
benǝwęrǝkǝrš (Q100p Houthem, ...
Q101p Valkenburg),
benǝwɛrkǝrs (L316a Lozen),
benǝwɛ̄r(ǝ)kǝrs (Q099q Rothem),
benǝwɛ̄rǝkǝrs (L265p Meijel),
bęnǝwerǝkǝrs (L432p Susteren),
blokken:
blø̜k (Q013p Uikhoven),
blǫkǝ (P176p Sint-Truiden),
boerengrauw:
būrǝgrǫw (L321p Neeritter
[(tweede en derde soort steen)]
),
liggers:
legǝrs (Q095a Oud-Caberg),
lochtstenen:
loxtstęjn (L360p Bree),
rauwe stenen:
rǫw štęŋ (Q121c Bleijerheide),
tweede keus:
twɛdǝ kø̄s (K278p Lommel)
|
Metselstenen voor de binnenste spouwmuur. Volgens de invuller uit L 210 werden de binnenmuren van een goedkopere en zachtere steen opgetrokken. Ze werden na het metselen met een troffel met specie bestreken en met een natte handveger glad gestreken. Het opmetselen van de binnenmuur werd in L 289 en L 289b 'binnenwerk' ('benǝwęrǝk') of 'achterwerk' ('axtǝrwęrǝk') genoemd. Zie voor het woordtype 'boerengrauw' ook het lemma 'Metselsteenkwaliteit' in wld ii.8, pag. 72. [N 31, 35g; monogr.]
II-9
|