21613 |
achtste deel van een stuiver |
duit:
duit (L326p Grathem, ...
Q113p Heerlen),
ein duit (L329p Roermond),
ennen duit (Q098p Schimmert),
’n deùt (Q193p Gronsveld),
’n duit (Q111p Klimmen),
Opm. dit woord wordt niet meer gebruikt.
en duit (L381p Echt/Gebroek),
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
duu:t (L330p Herten (bij Roermond)),
ene dūūt (Q028p Jabeek),
ps. omgespeld volgens Frings.
dait (Q162p Tongeren),
dy(3)̄t (L422p Lanklaar),
døͅt (Q178p Val-Meer),
nən døͅt (Q002p Hasselt),
ps. omgespeld volgens IPA.
da͂i̯t (Q162p Tongeren),
da͂u̯t (Q162p Tongeren),
halve groschen (du.):
Let op opmerking v.d. invuller: (antwoord gegeven op) verschillende waarden, in toen gangbaar Duits geld: = 3 cent.
hauve grosche (Q032a Puth)
|
achtste deel van een stuiver, een ~ [een duit?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|