29686 |
afdrager |
afdrager:
af˱drē̜.gǝr (Q020p Sittard),
af˱drē̜gǝr (L322a Nunhem
[(meervoud: af˱drē̜gǝrs)]
),
af˱drǭgǝr (L372p Maaseik
[(meervoud: af˱drǭgǝrs)]
),
ā.f˱drā.gǝr (Q211p Bocholtz, ...
L322a Nunhem),
āf˱drējǝr (Q121p Kerkrade),
āf˱drē̜.gǝr (L381p Echt, ...
Q111p Klimmen,
L322a Nunhem,
L270p Tegelen),
āf˱drē̜gǝr (Q111p Klimmen
[(meervoud: āfdrē̜gǝš)]
),
āǝf˱drē̜gǝr (L290p Panningen, ...
L290p Panningen),
ǭ.f˱drēgǝr (Q095p Maastricht),
ǭf˱drēgǝr (Q095p Maastricht),
ǭf˱drē̜gǝr (Q083p Bilzen),
aflegger:
āflɛqǝr (Q020p Sittard),
afraper:
afrāpǝr (P047p Loksbergen, ...
P047p Loksbergen),
ǭfrǭpǝr (Q083p Bilzen),
neerslager:
nērslǭgǝr (L163a Milsbeek),
omslaander:
omšlǭndǝr (L322a Nunhem),
omslager:
ømslē̜.gǝr (L210p Venray),
uitklopper:
ūtklǫpǝr (L270p Tegelen)
|
Arbeider die de vormbakken met daarin de vormelingen van de vormtafel naar de droogplaats brengt. Zie ook het lemma ɛneerslagerɛ. In Q 111 werd het werk van de afdragers meestal door vrouwen gedaan.' [N 98, 97; monogr.] || Arbeider die met de klapstoel werkt. [N 98, 86; monogr.]
II-8
|