e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
afsteker aangever: angē̜vǝr (Linde), aanreiker: anręi̯kǝr (Stokkem), afgooier: af˱gōi̯ǝr (Meijel), aflader: aflai̯ǝr (Maasmechelen), āflai̯ǝr (Munstergeleen), ǭflāi̯ǝr (Oost-Maarland), ǭflǭǝr (Borgloon), afschieter: āfšītǝr (Panningen), ǭfšxīǝtǝr (Zonhoven), afsmijter: āfšmitǝr (Helden, ... ), ǭfsmē̜ǝtǝr (Zonhoven), afsteek: āfštik (Puth), afsteker: afste.ʔǝr (Kwaadmechelen), afstikǝr (Maaseik, ... ), afstēkǝr (Beringen, ... ), afstē̜kǝr (Berverlo, ... ), afstękǝr (Achel, ... ), afstɛʔǝr (Lommel), āfsteǝkǝr (Gingelom, ... ), āfstiękǝr (Hasselt, ... ), āfstiǝkǝr (Kiewit), āfstēkǝr (Berg, ... ), āfstē̜i̯ǝkǝr (Koersel), āfstē̜kǝr (Achel, ... ), āfstęi̯kǝr (Velden), āfstękǝr (Baarlo, ... ), āfstęǝkǝr (Helchteren), āfštēkǝr (Maasniel, ... ), āfštē̜kǝr (Boukoul, ... ), āfštęi̯xǝr (Bocholtz), āfštękǝr (Baexem, ... ), āfštęǝkǝr (Gulpen, ... ), āfštɛxǝr (Bleijerheide), ǭfstēi̯ǝkǝr (Diepenbeek), ǭfstē̜kǝr (Beverst, ... ), ǭfštęi̯kǝr (Gronsveld), bijgooier: bigǭi̯ǝr (Montfort), bijsmakker: bīi̯smakǝr (Ospel), bijsmijter: bīi̯smitǝr (Nederweert), gooier: gui̯ǝr (Maaseik), neerschieter: nǭšītǝr (Panningen), ontlader: ōntlāi̯ǝr (Tongeren), ǫntlǭi̯ǝr (Niel-Bij-Sint-Truiden), opschieter: opschieter (Merselo), opsteker: opsteker (Heerlerheide), ǫpstēkǝr (Weert), ǫpstękǝr (Leuken, ... ), ǫpštękǝr (Tegelen) Bij het bergen van de oogst in de schuur zijn altijd twee, soms ook drie personen betrokken. De afsteker (dit lemma) werpt de schoven van de oogstkar naar beneden; de tasser (lemma ''tasser in de schuur'', 5.1.13) tast de schoven op in het schuurvak. Als de afstand tussen de afsteker en de tasser te groot is geworden wanneer men al hoog is gevorderd op de tas, worden de schoven door een derde persoon (lemma ''bijgooier'', 5.1.14) doorgegeven. Dit lemma bevat de benamingen voor degene die de schoven van de kar af aanreikt aan degene die stapelt, of eventueel aan de tussenpersoon. Normaal gesproken is dit een neergaande beweging (af-). Sommige opgaven bevatten het voorvoegsel op-; hierbij moet wel gedacht worden aan een hoger dan de wagen gelegen graanstapel. [N 15, 47; monogr.] I-4