29493 |
afwerken |
afwerken:
afwęrkǝ (P047p Loksbergen),
afwɛrǝʔň (K353p Tessenderlo),
repasseren:
repasērǝ (Q095p Maastricht),
rǝpasērǝ (Q095p Maastricht)
|
Aardewerk in droge, ongebakken toestand afwerken. Daartoe behoort onder meer het schaven, zuiveren en opmaken van het werkstuk. [monogr.] || De klompen verder afwerken nadat ze uit de heulbank zijn gehaald. Tot de afwerking behoren onder meer het fijnsnijden van de buitenkant en het bijwerken van de klompopening met het fijnmes en het gladmaken van de buitenkant met het schrapmes. [N 97, 97]
II-12, II-8
|