| 30440 |
andreaskruis |
andreaskruis:
andrējaskr ̇ȳts (L330p Herten),
andrējaskryts (L385p Sint Odilienberg),
andrējaskrȳs (Q015p Stein),
andrējaskrø̜jts (L387p Posterholt),
andręjaskrø̜js (Q018p Geulle),
kettelen in kruis:
kętǝlǝ ęn kręjs (Q083p Bilzen),
klossen:
klǫsǝ (Q204a Mechelen),
kransen:
krānzǝ (L163p Ottersum),
kruiskettelen:
kręjskętǝlǝ (Q083p Bilzen),
sint-andrieskruis:
sent˱ ãndrīskrǫwǝs (K353p Tessenderlo)
|
Kruis van regellatten van 5 x 7 cm die dwars op de richting van de balken tussen de balken van een balklaag worden aangebracht en van de bovenkant van de ene balk tot de onderkant van de andere lopen. Het andreaskruis voorkomt het doorbuigen en het zijdelings kromtrekken van de ribben. Het aanbrengen van een andreaskruis werd in Q 121c 'de balken schoren' ('dǝ balǝkǝ šōrǝ') genoemd. [N 54, 142a]
II-9
|