21251 |
anker |
anker:
a.ŋkǝr (P222p Opheers),
aanker (Q198p Eijsden, ...
L164p Gennep,
L244b Griendtsveen,
L211p Leunen,
L216p Oirlo,
Q187p Sint-Pieter,
L246a Swolgen),
aankr (L213p Well),
an ker (L298p Kessel),
angker (L323p Buggenum),
anker (L191p Afferden, ...
Q102p Amby,
L333p Asenray/Maalbroek,
L295p Baarlo,
L300p Beesel,
L297p Belfeld,
Q103p Berg-en-Terblijt,
Q029p Bingelrade,
L269p Blerick),
Anker (L215p Blitterswijck),
anker (L434a Broeksittard, ...
Q035p Brunssum,
L426p Buchten,
L431p Dieteren,
Q027p Doenrade,
L381p Echt/Gebroek,
Q207p Epen,
L380p Genooi/Ohé,
L249p Grubbenvorst,
Q203p Gulpen,
Q110p Heek,
Q113p Heerlen,
L291p Helden/Everlo,
L330p Herten (bij Roermond),
L325p Horn,
L320p Hunsel,
Q111p Klimmen,
L379p Laak,
Q016p Lutterade,
L377p Maasbracht,
L267p Maasbree,
Q204a Mechelen,
L209p Merselo,
Q196p Mheer,
L382p Montfort,
Q022p Munstergeleen,
L288p Nederweert,
L321p Neeritter,
L427p Obbicht,
Q033p Oirsbeek,
L290p Panningen,
Q032a Puth,
L299p Reuver,
Q117b Rimburg,
Q118p Schaesberg,
Q098p Schimmert,
Q030p Schinveld,
L266p Sevenum,
L266p Sevenum,
Q116p Simpelveld,
L385p Sint-Odiliënberg,
Q020p Sittard,
L378p Stevensweert,
L296p Steyl,
L432p Susteren,
Q014p Urmond,
Q101p Valkenburg,
L268p Velden,
L271p Venlo,
L210p Venray,
Q208p Vijlen,
L289p Weert),
ankər (L331p Swalmen),
aŋkǝr (L295p Baarlo, ...
Q019p Beek,
L429a Berg,
K358p Beringen,
Q072p Beverst,
L317p Bocholt,
L269b Boekend,
K361a Boekt Heikant,
P218p Borlo,
L360p Bree,
Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
, [Maurits]
Q071p Diepenbeek,
Q086p Eigenbilzen,
L430p Einighausen
[(meervoud: aŋkǝš)]
,
Q007p Eisden,
Q106a Gasthuis / t Rooth
[(meervoud: aŋkǝrǝ)]
,
Q003p Genk,
Q018p Geulle,
P175p Gingelom,
L326p Grathem,
L429p Guttecoven,
P048p Halen,
Q002p Hasselt,
L291p Helden,
L292p Heythuysen,
Q039p Hoensbroek
[(meervoud: aŋkǝrǝ)]
,
L414p Houthalen,
Q100p Houthem,
L316p Kaulille,
P055p Kermt,
L289b Leuken,
P046p Linkhout,
Q016p Lutterade
[(Maurits)]
, [Emma, Hendrik, Wilhelmina]
Q009p Maasmechelen,
L332p Maasniel,
L265p Meijel,
P045p Meldert,
Q077b Nederstraat,
Q096c Neerharen,
L321p Neeritter,
L312p Neerpelt,
L322a Nunhem,
Q033p Oirsbeek,
L416p Opglabbeek,
L314p Overpelt,
L290p Panningen,
Q012p Rekem,
L299p Reuver,
L329p Roermond,
Q076p Romershoven,
Q093p Rosmeer,
L420p Rotem,
Q099q Rothem,
L266p Sevenum,
P176p Sint-Truiden,
Q020p Sittard
[(meervoud: aŋkǝš)]
,
L378p Stevensweert,
L270p Tegelen,
K353p Tessenderlo,
L374p Thorn,
L318b Tungelroy,
Q097p Ulestraten,
Q014p Urmond,
Q101p Valkenburg,
P174p Velm,
L271p Venlo,
Q080p Vliermaal,
L368b Waterloos,
L289p Weert),
aŋʔǝr (K314p Kwaadmechelen, ...
K278p Lommel),
ānker (L250p Arcen, ...
L165p Heijen,
L248p Lottum,
L217p Meerlo,
L215a Wellerlooi),
áŋkǝr (K316p Heppen, ...
P050p Herk-de-Stad,
L316a Lozen,
K357p Paal),
āŋkǝr (Q193p Gronsveld, ...
L286p Hamont,
Q009p Maasmechelen,
Q095p Maastricht,
L159a Middelaar
[(meervoud: ɛŋkǝr)]
,
L163p Ottersum),
(m.).
anker (L429p Guttecoven, ...
L328p Heel,
Q099p Meerssen),
M.
anker (Q096a Borgharen),
nasale
anker (L246p Horst),
Opm. verkleinwoord: ´nk´rke.
anker (L327p Beegden),
ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.
anker (L425p Grevenbicht/Papenhoven, ...
Q105p Heer,
Q104a Limmel,
L387p Posterholt),
ps. omgespeld volgens Frings.
anker (Q202p Eys),
anker met lepelblad:
aŋkǝr met lē̜pǝlblāt (L330p Herten),
ankerbok:
aŋkǝrbø̜k (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Maurits]),
ankerbout:
aŋkǝrbols (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Maurits]),
aŋkǝrbō.ts (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
ankerijzer:
aŋkǝrē̜zǝr (P177p Zepperen),
aŋkǝręjzǝr (Q083p Bilzen),
balkanker:
balǝk˱aŋkǝr (Q204a Mechelen, ...
L290p Panningen,
Q015p Stein),
balkenanker:
bɛlǝk˱aŋkǝr (L432p Susteren),
beveiligingsanker:
beveiligingsanker (Q121a Chevremont
[(Julia)]
, ... [Willem-Sophia]
L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
, [Julia]
Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale]),
blokkenanker:
blǫkǝaŋkǝr (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Wilhelmina]),
fourche:
furšǝ (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Domaniale]),
haakanker:
hǭk˱āŋkǝr (L164p Gennep),
helchter:
hęlxtǝr (L318p Stramproy),
houvast:
hawvást (L372p Maaseik),
hǭjvast (L321p Neeritter
[(om te repareren)]
),
hǭvǭst (L291p Helden),
ǫwvast (L423p Stokkem),
houvastwis:
halvāstwes (L163p Ottersum),
ijzeren stang:
īzǝrǝ štaŋ (Q098p Schimmert),
kruisanker:
kręjǝs˱aŋkǝr (P055p Kermt),
kruisijzer:
krȳs˱īzǝr (L420p Rotem),
litsen:
lets (K353p Tessenderlo),
luik:
lø̜jk (P176p Sint-Truiden),
muuranker:
m ̇ōraŋkǝr (L289p Weert),
muǝrāŋkǝr (Q197p Noorbeek, ...
Q197a Terlinden),
mȳraŋkǝr (L211p Leunen, ...
L210p Venray),
mūraŋkǝr (Q021p Geleen, ...
Q113p Heerlen,
L329p Roermond,
L270p Tegelen),
muurijzer:
mȳrɛzǝr (K317p Leopoldsburg),
mø̜jǝręzǝr (P046p Linkhout),
pijleranker:
fajlǝraŋkǝr (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Emma]),
querbout:
kwēǝrbōt (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale]),
schietanker:
šēt˱aŋkǝr (L385p Sint Odilienberg),
schootanker:
šūǝt˱aŋkǝr (L387p Posterholt),
sieranker:
sirāŋkǝr (L163p Ottersum),
sēraŋkǝr (Q019p Beek, ...
L330p Herten,
Q204a Mechelen,
L321p Neeritter,
Q097p Ulestraten),
sīraŋkǝr (L387p Posterholt, ...
L271p Venlo),
tsēraŋkǝr (Q121c Bleijerheide),
sierijzer:
sijǝrē̜zǝr (P044p Zelem),
sleutelanker:
slø̄tǝlāŋkǝr (L164p Gennep, ...
L163p Ottersum),
slot:
slǭt (Q021p Geleen
[(Maurits)]
, ... [Laura, Julia]
L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits]),
sluitanker:
šlūtaŋkǝr (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Domaniale]),
staafje:
stē̜fkǝ (L289p Weert),
strekanker:
štrɛk˱aŋkǝr (Q121c Bleijerheide),
strijkanker:
strik˱āŋkǝr (L164p Gennep),
strī.k˱aŋkǝr (L271p Venlo),
strīk˱aŋkǝr (Q018p Geulle, ...
Q015p Stein),
štrīk˱aŋkǝr (L330p Herten, ...
Q204a Mechelen,
L387p Posterholt,
L385p Sint Odilienberg),
strop:
strǫp (Q095p Maastricht
[(meervoud: strø̜pǝ)]
),
trekanker:
tręk˱aŋkǝr (L290p Panningen),
tręk˱āŋkǝr (L163p Ottersum),
veiligheidsanker:
veiligheidsanker (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
vęjlexhęjtsaŋkǝr (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Maurits]),
weernagel:
wē̜rnāgǝl (L372p Maaseik),
wis:
wes (L265p Meijel),
zekerheidanker:
zikǝrhētaŋkǝr (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Maurits]),
zekerheidsanker:
zexǝrhētsaŋkǝr (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
zekerheidshaak:
zexǝrhētshoǝk (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Winterslag, Waterschei])
|
anker [SGV (1914)] || Een op een bepaalde manier verwerkte wis waarmee men een nieuwe bodem aan de zijkant van een oude mand vast zet. Zie ook afb. 280. [N 40, 70] || Een verticaal voor de ijzerbok geplaatst U-balkje dat voorzien is van een door de bok heen reikende dwarsstang. Deze stang kan aan de achterzijde van de bok met een plaat worden vastgezet. Het geheel voorkomt dat railstukken ten gevolge van de druk uitspringen en ongelukken veroorzaken. [N 95, 587] || Stuk ijzer dat wordt gebruikt om muren, vloeren, gordingen etc. met elkaar te verbinden. Het is gewoonlijk samengesteld uit een schieter en een veer. De schieter vormt het metalen onderdeel aan de buitenzijde van de muur en bestaat uit een metalen staaf die in het midden een nok heeft. De veer brengt de verbinding tussen schieter en muur of vloer tot stand. Schieter en veer kunnen met behulp van één of meer spieën aan elkaar worden bevestigd. Zie ook afb. 72. De woordtypen 'strijkanker', 'trekanker' en 'strekanker' worden specifiek gebruikt voor een anker waarvan de veer in de dwarsrichting over twee of drie balken ligt. Het dient om muren te verankeren die evenwijdig lopen met de balklaag. [N 31, 38; N 4A, 51b; N 54, 123b; N 54, 124a; N 54, 126; monogr.]
II-12, II-5, II-9, III-3-1
|