e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
architraaf architraaf: arxitrāf (Ottersum), aršitrāf (Posterholt, ... ), bekleding: bǝklējeŋ (Bilzen), bekledung: bǝklęjduŋ (Bleijerheide), betimmering: bǝtemǝreŋ (Ottersum), binnenbekleedsels: benǝbǝklɛtsǝls (Tessenderlo), chambranle: šabraŋ (Achel, ... ), šambr ̇āl (s-Gravenvoeren  [(meervoud: šambr ̇ālǝ)]  , ... ), šambraŋ (Echt, ... ), šambráŋ (Hasselt), šambrāl (Valkenburg), šavráŋ (Hasselt), šxabráŋ (Zonhoven), šábráŋ (Tongeren), šābraŋ (Sittard  [(meervoud: šābraŋǝ)]  , ... ), šǝbraŋ (Genk, ... ), šǝbráŋ (Tongeren  [(zelden)]  ), šǝmbraŋ (Gronsveld), šǝvraŋ (Zonhoven), deurlijst: dø̄rlajs (Tongeren) Zie kaart. Omlijsting van een raam- of deurkozijn, doorgaans in de vorm van een geprofileerde lat. In de eenvoudigste vorm bestaat de architraaf uit een koplat die op het kozijn wordt gespijkerd. Meestal wordt er echter een platstuk aan toegevoegd dat met de koplat een geheel kan uitmaken of ook wel afzonderlijk met een sponning in de koplat wordt gewerkt. Wanneer de architraaf breder is dan het kozijnhout, worden in de muur architraafklossen gemetseld waartegen de architraaf kan worden vastgezet. [N 55, 20; N 55, 145; monogr.] II-9