32069 |
asfaltspijker |
asfaltnagel:
asfaltnāgǝl (Q018p Geulle, ...
L330p Herten,
Q117p Nieuwenhagen,
L163p Ottersum,
Q118p Schaesberg,
L385p Sint Odilienberg,
Q015p Stein),
asfaltnāl (Q121c Bleijerheide),
mastieknagel:
mastiknāgǝl (L387p Posterholt),
papstift:
papšteft (Q121c Bleijerheide),
plaatnagel:
plātnāgǝl (Q204a Mechelen),
plafondnagel:
plafǫŋnīǝgǝl (Q078p Wellen),
pleisternagel:
plē.stǝrnā.gǝl (Q020p Sittard)
|
Korte spijker met een grote platte kop die onder meer wordt gebruikt om bitumineuze dakbedekkingen zoals asfaltpapier, vast te zetten. Zie ook afb. 147 en het lemma ɛasfaltpapierɛ in wld II.9, pag. 179.' [N 54, 17; N 64, 104a; monogr.]
II-12
|