26217 |
askop |
askop:
askǫp (L164p Gennep, ...
P051p Lummen,
L319p Molenbeersel,
L321p Neeritter,
L318p Stramproy),
assekop:
asǝkop (L265p Meijel),
asǝkǫp (L430p Einighausen, ...
L330p Herten,
L316p Kaulille,
L211p Leunen,
P051p Lummen,
L292a Maxet,
K357p Paal,
K353p Tessenderlo,
L374p Thorn,
L210p Venray,
L289p Weert),
ǭsǝkop (L265c Beringe),
assenkop:
asǝnkǫp (L432p Susteren),
kop:
kǫp (L325p Horn),
kop van de as:
kop van de as (L250p Arcen, ...
L192p Bergen,
L268p Velden)
|
De kop van de as waaraan de roeden bevestigd zijn. Zie ook afb. 45 en 28. In l 265 werd, wanneer de molenas van hout was vervaardigd, de kop in de as ingelaten. De askop was met ijzeren banden verstevigd. In l 265c was de as niet van hout, maar van ijzer. De roeden zaten met houten spieën in de assekop geklemd. [N O, 10b; N O, 10a; A 42A, 7; A 42A, 6]
II-3
|