e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
baksteen baksteen: baksteen (Heppen, ... ), baksten (Beringen, ... ), bakstijn (Well), bakstijǝn (Loksbergen, ... ), bakstiǝn (Blitterswijck, ... ), bakstī̄(ǝ)n (Hechtel), bakstī̄jǝn (Berverlo, ... ), bakstī̄n (Achel, ... ), bakstī̄ǝn (Hamont, ... ), bakstējn (Heijen), bakstēn (Gennep  [(meervoud: bakstēn)]  ), bakstēǝn (Leopoldsburg, ... ), bakstęjn (Boorsem, ... ), bakstęǝn (Merselo), bakštē (Jabeek), bakštęj.n (Tegelen  [(meervoud: bakšt ̇ęjn)]  ), bakštęjn (Amby, ... ), bloksteen: blǫkštęjn (Bingelrade, ... ), bouwsteen: bǫwstī̄n (Achel), brik: brek (Alken, ... ), breq (Lontzen), brik (Bree, ... ), brī̄k (Genk), brēk (Aubel, ... ), bręk (Diepenbeek, ... ), gebakken steen: gǝbakǝ stī̄n (Kwaadmechelen), gewone steen: gǝwuwǝnǝ stijǝn (Tessenderlo), huissteen: hysstēn (Middelaar), kareel: k(ǝ)rēl (Bilzen), karēl (Bilzen  [(volledig met de hand vervaardigde steen)]  , ... ), krejǝl (Sint-Lambrechts-Herk), kri(j)ǝl (Heers, ... ), kri(ǝ)l (Ulbeek), krijǝl (Wellen), kriǝl (Bilzen  [(oude benaming)]  , ... ), krī̄jǝl (Gutschoven), krī̄ǝl (Borgloon), krē(ǝ)l (Jeuk, ... ), krējl (Borgloon), krēl (Bevingen, ... ), krēǝl (Gorsem, ... ), krē̜jl (Engelmanshoven), krē̜l (Tongeren, ... ), kręjl (Riksingen), kareelsteen: kariǝlstiǝn (Berverlo), krijǝlstī̄n (Loksbergen), klauw: klaw (Altweert, ... ), klauwsteen: klawstęj.n (Altweert, ... ), klinker: kleʔǝr (Lommel), machinesbrik: mǝšins˱brek (Meeuwen), metsbrik: mɛts˱brek (Bree), metselsteen: mę ̞tsǝlštɛj.n (Panningen), mɛtsǝlstēn (Ottersum), mɛtsǝlstęjn (Roosteren, ... ), mɛtsǝlštē (Heerlen  [(meervoud: mɛtsǝlšteŋ)]  ), mɛtsǝlštęjn (Helden, ... ), mɛtzǝlstęjn (Weert), muurbrik: mu.rbrik (Tegelen), muursteen: m ̇urštē (Kerkrade), mu.rštęj.n (Tegelen), mō.rstęjn (Tungelroy), rijnvorm: ręjnvørm (Kuringen), rode steen: rōj stī̄n (Beringen), rōjǝ stiǝn (Heppen), rōjǝ stējǝn (Lommel), steen: stijǝn (Meldert), stiǝn (Herk-de-Stad, ... ), stī̄jǝn (Achel, ... ), stī̄n (Hasselt, ... ), stī̄ǝn (Paal), stēn (Lommel), stēǝn (Oostham), stęjn (Blerick, ... ), štęjn (Belfeld), tegel: tēgǝl (Buchten, ... ), tegelsteen: sɛjǝlštē (Vaals), tsęjǝlštē (Kerkrade), tichel: texǝl (Belfeld, ... ), tixǝl (Afferden, ... ), tēxǝl (Asenray / Maalbroek, ... ), tichelsteen: tegǝlstęjn (Venlo), texǝlstęjn (Grubbenvorst, ... ), texǝlštē (Rimburg), texǝlštęjn (Posterholt), tixǝlstiǝn (Blitterswijck, ... ), tixǝlstējǝn (Wellerlooi), tixǝlstēn (Gennep  [(meervoud: tixǝlstēn)]  ), tixǝlstēǝn (Meerlo), tēxǝlstē̜jn (Beesel), tēxǝlstęjn (Baarlo, ... ), tēxǝlštē (Schinveld), tēxǝlštęjn (Beegden, ... ), tęxǝlstęjn (Echt, ... ), veldovensteen: vɛltj˱ǭvǝštęjn (Heythuysen), waalsteen: wǭlstiǝn (Venray) Uit klei of leem gebakken steen die voor metselwerk, en in hardgebakken vorm, ook voor bestrating wordt gebruikt. Het woordtype rijnvorm (P 47) duidt een bepaald formaat (180x 85x50 mm) van steen aan dat als basis dient om het stukloon te berekenen (Schuddinck, pag. 164). De benaming klinker wordt volgens Coopman (pag. 34) gebruikt voor de beste soort baksteen. Over de waalsteen merkt hij op (pag. 87) dat deze aan de oevers van Waal, Boven-Rijn, Lek en Maas wordt gebakken. [Wi 10; S 37; L 32, 95; N 98, 160; N 30, 52a; monogr.] II-8