e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
balanceren balanceren: balansē.rǝ (Ittervoort, ... ), balansēǝrǝ (Alken, ... ), balansę̄.rǝ (As, ... ), balansɛjrǝ (Sint-Truiden), balasē.rǝ (Tongeren), blansē.rǝ (Ittervoort), blǫnsę̄.rǝ (Neeroeteren), basculeren: baskulēǝrǝ (Stevoort), hij ligt niet in balans: hę̄ lext nēt˱ en balans (Opitter), klinken: kleŋkǝ (Bommershoven), los opliggen: lǭs ǫplegǝ (Ordingen), lǭs ǫplīgǝ (Hoepertingen), rouler à libre: lǫlībǝr (Hoepertingen), scharnieren: sxǝrnīrǝ (Wellen), uitbalanceren: ȳt˱balansę̄.rǝ (Tongerlo), waggelen: wagǝlǝ (Sluizen) Gezegd van de loper wanneer hij bij gebruik van een balanceerwerk goed in evenwicht ligt op het uiteinde van de kleine spil (bij windmolens) of het staakijzer (bij watermolens). [Vds 136; Jan 125; Coe 103; Grof 124] II-3