26535 |
balk van de ijzeren licht |
balk:
balǝk (P187p Berlingen, ...
Q160p Bommershoven,
P195p Gutschoven,
Q160a Haren,
Q240p Lauw),
bā.lǝk (Q088p Lanaken, ...
Q240p Lauw,
Q095p Maastricht,
Q180p Mal,
Q241p Rutten,
Q181p Sluizen,
Q162p Tongeren),
brug:
brø̜k (Q039p Hoensbroek, ...
Q088p Lanaken,
Q020p Sittard),
houten balk:
hǭǝtǝ balǝk (P195p Gutschoven, ...
Q078p Wellen),
ijzeren balk:
e̜ǝzǝrǝ balǝk (P120p Alken),
ē̜zǝrǝ balǝk (P177a Ordingen),
paal:
puǝl (Q164p Heks),
pilaar:
pǝlēr (Q164p Heks),
(mv)
pǝlē̜rǝ (P176p Sint-Truiden),
streefbalk:
strɛ̄.f˱bā.lǝk (Q188p Kanne),
traverse:
travɛrs (Q162p Tongeren)
|
IJzeren, in P 195 en Q 78 houten balk, als onderdeel van de ijzeren licht, waar in watermolens het stalen blok van het staakijzer op rust. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛvonderbalkɛ.' [Coe 127; Grof 150; N O, 23b; A 42A, 26]
II-3
|