32313 |
bandhaak |
bandhaak:
bandhaak (Q074p Kortessem),
banthǭk (Q002p Hasselt),
baŋkhǭk (L269p Blerick, ...
L267p Maasbree,
L270p Tegelen),
bandoptrekker:
bandoptrekker (Q156p Borgloon),
optrekker:
optrɛkǝr (L164p Gennep),
repentrekker:
ręjpǝtrękǝr (L320a Ell),
rijter:
rītǝr (Q007p Eisden, ...
Q009p Maasmechelen),
trekhout:
trękhǫwt (L328p Heel),
trekker:
trękǝr (Q002p Hasselt),
trektang:
tręktaŋ (Q111p Klimmen, ...
Q095p Maastricht,
L290p Panningen)
|
De haak waarmee men de definitieve kopband om het vat trekt terwijl men tegelijkertijd de band met het slagijzer aandrijft. Zie ook afb. 225. [N E, 46]
II-12
|