31322 |
bankschroefsleutel |
bankschroefsleutel:
baŋkšrufslø̜tǝl (L382p Montfort),
handhaaf:
(h)antǝf (Q083p Bilzen),
klepel:
klēpǝl (K317p Leopoldsburg, ...
L289p Weert),
kleper:
klēpǝr (K317p Leopoldsburg),
schroefstang:
šrūfštaŋ (L330p Herten),
schroefstok:
sxrufstǫk (L213p Well),
sleutel:
sløtǝl (P176b Bevingen),
slø̜tǝl (Q095p Maastricht, ...
L217p Meerlo,
L159a Middelaar,
L321p Neeritter),
šløsǝl (Q121b Spekholzerheide),
šlø̜tǝl (L291p Helden, ...
L290p Panningen),
slinger:
sleŋǝr (L330p Herten),
spil:
špel (Q113p Heerlen),
spindel:
špendǝl (Q121c Bleijerheide, ...
Q121p Kerkrade,
Q111p Klimmen),
staaf ijzer:
stǭf˱ ęjzǝr (Q083p Bilzen),
staart:
štats (Q116p Simpelveld),
stang:
staŋ (Q083p Bilzen),
stek:
štɛk (Q204a Mechelen),
zwengel:
zweŋǝl (L165p Heijen, ...
L271p Venlo),
zwong:
zwoŋk (P219p Jeuk),
zwǫŋk (P047p Loksbergen)
|
Een door de kop van de bankschroefspil gestoken metalen staafje dat dient om deze rond te draaien. Op deze wijze kan de bankschroef geopend en gesloten worden. Zie ook afb. 57. [N 33, 206] || Een door de kop van de bankschroefspil gestoken staaf waarmee de bankschroef los- en vastgedraaid kan worden. [N 53, 208m]
II-11, II-12
|