e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bankschroefsleutel bankschroefsleutel: baŋkšrufslø̜tǝl (Montfort), handhaaf: (h)antǝf (Bilzen), klepel: klēpǝl (Leopoldsburg, ... ), kleper: klēpǝr (Leopoldsburg), schroefstang: šrūfštaŋ (Herten), schroefstok: sxrufstǫk (Well), sleutel: sløtǝl (Bevingen), slø̜tǝl (Maastricht, ... ), šløsǝl (Spekholzerheide), šlø̜tǝl (Helden, ... ), slinger: sleŋǝr (Herten), spil: špel (Heerlen), spindel: špendǝl (Bleijerheide, ... ), staaf ijzer: stǭf˱ ęjzǝr (Bilzen), staart: štats (Simpelveld), stang: staŋ (Bilzen), stek: štɛk (Mechelen), zwengel: zweŋǝl (Heijen, ... ), zwong: zwoŋk (Jeuk), zwǫŋk (Loksbergen) Een door de kop van de bankschroefspil gestoken metalen staafje dat dient om deze rond te draaien. Op deze wijze kan de bankschroef geopend en gesloten worden. Zie ook afb. 57. [N 33, 206] || Een door de kop van de bankschroefspil gestoken staaf waarmee de bankschroef los- en vastgedraaid kan worden. [N 53, 208m] II-11, II-12