31378 |
bastaardvijl |
bastaard:
bastǝrt (Q113p Heerlen, ...
L330p Herten,
L382p Montfort),
bastaardvijl:
bastart˲vīl (L299p Reuver),
bastārt˲vil (Q121c Bleijerheide),
bastārt˲vīl (L371p Ophoven),
bastǝrt˲vil (Q116p Simpelveld),
bastǝrt˲vęjl (Q086p Eigenbilzen, ...
Q095p Maastricht,
L423p Stokkem),
bastǝrt˲vī.l (L331p Swalmen),
bastǝrt˲vīl (Q018p Geulle, ...
L165p Heijen,
L159a Middelaar,
L321p Neeritter,
Q117p Nieuwenhagen,
L216a Oostrum,
Q099q Rothem,
Q118p Schaesberg,
L192a Siebengewald,
L289p Weert,
L213p Well,
Q108p Wijnandsrade),
bāstǝrt˲vīl (L217p Meerlo),
bǭstǝrt˲vīl (L291p Helden, ...
L290p Panningen),
gewone vijl:
gǝwu.n vīl (L289p Weert),
halfgrove vijl:
(h)āf˲gruǝf ˲vājl (Q083p Bilzen),
hāf˲grǭf ˲v ̇ęjl (Q005p Zutendaal),
hǭǝf ˲groǝf˲vil (Q121b Spekholzerheide),
normale vijl:
normāl vīl (L289p Weert),
voorwerkvijl:
vø̜rwerǝk˲vīl (Q108p Wijnandsrade)
|
Vijl met een niet al te grove of al te fijne kap. In grofte bevindt de bastaardvijl zich tussen de grove vijl en de zoetvijl. Meestal heeft het blad van een bastaardvijl ongeveer 26 tanden per inch (Handboek Gereedschap, pag. 238). De bastaardvijl kan diverse vormen hebben. Volgens verschillende informanten (L 192a, 213, 289, 299, 321, 331, 371, Q 18, 86, 95, 99*, 108, 113, 117, 118, 121c) heeft de bastaardvijl een grof blad. Vgl. ook het vorige lemma. [N 33, 88; N 33, 86; N 64, 53d; N 64, 53g]
II-11
|