id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
32753 | beginvoor bij het spitten | beginvoor: bǝgenvǭr (Blerick), kantvoor: kaŋk˲vǭ ̝r (Sevenum), kopvoor: kǫp˲vōr (Mheer), reen: rēn (Voerendaal), reenvoor: rīnvōr (Gulpen) | Termen voor de eerste voor bij het spitten en woorden die in combinatie met een werkwoord de betekenis "beginvoor" hebben, vindt men ook in het voorgaande lemma. Voor deze benamingen zie men eveneens de lemmata betreffende de beginvoor of -voren bij het ploegen. [A 33, 18b] I-1 |