e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beroker beroker: beroker (Diepenbeek, ... ), bǝruǝkǝr (Venray), bǝryǝkǝr (Meijel), bǝrø̄kǝr (Peij, ... ), bǝrø̜jkǝr (Beek, ... ), bǝrēǝkǝr (Horst), bǝrū.kǝr (Hasselt), bǝrǫwkǝr (Dilsen, ... ), bijenroker: bęjǝruǝkǝr (Ysselsteyn), blaasbalg: blaasbalg (Noorbeek, ... ), bloasbalx (Heerlen), blǭsbalx (Herkenbosch), blaasbalk: bloasbalk (Heerlen), blǫsbalǝk (Montzen), blǭsbalk (Asenray / Maalbroek), blǭsbalǝk (Weert), blaaspijp: blǭspīp (Asenray / Maalbroek), blazer: blø̄zǝr (Millen), dadantpijp: dadantpīp (Geistingen), domper: dumpǝr (Alken, ... ), dǫmpǝr (Houthalen), domppijp: dumppęjǝp (Zepperen), roker: roker (Kerkhoven, ... ), rookpijp: ruǝkpę̄p (Rummen), vulcan: vølkān (Herkenbosch) Rookverwekkend apparaat ter kalmering van de bijen, dat men met de hand of mechanisch bedient. Hiermee hoeft men niet, zoals bij een gewone tabakspijp, eerst in te ademen. Men kan er oude lappen, surrogaat-tabak, houtwol, droog mos en andere dingen in stoken. De beroker blijft doorsmeulen en wanneer men rook nodig heeft, doet men een paar slagen met de blaasbalg. Er zijn ook berokers die met een veer werken. Wanneer die opgewonden is, kan het apparaat zichzelf enige tijd aanjagen. Het type Vulcan werkt met zo''n veer. [N 63, 77e; N 63, 76b; N 63, 76a; N 63, 73d; Ge 37, 158; monogr.] II-6