27532 |
bidplaats |
bedeplaats:
bēǝnplātš (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
bē̜ǝnplātš (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Domaniale]),
bē̜ǝplāts (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Emma]),
bęǝnplātš (Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Maurits]),
bedezaal:
bęǝnzāl (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
losvloer:
losvloer (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
lǫ.s˲vluǝr (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Maurits]),
vaarstoof:
vārštuǝf (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Maurits])
|
De plaats, bijvoorbeeld bij de schacht, waar een kruisbeeld hing en enkele heiligenbeelden stonden opgesteld. De mijnwerkers baden hier een kort gebed voor het afdalen. Volgens een invuller uit Q 121 werd het gebruik rond 1900 op de Domaniale mijn afgeschaft. Wel waren er later nog veel mijnwerkers die hier, evenals op de vier Oranje-Nassaumijnen, voor het afdalen een kruis maakten. Op de laatstgenoemde mijnen bad men ook op sommige posten voor aanvang van het werk een Onze Vader, aldus een respondent uit Q 113. [N 95 A, 8; monogr.]
II-5
|