32334 |
biesijzer |
bodemijzer:
b ̇ōmī.zǝr (L290p Panningen),
bǭmī.zǝr (L269p Blerick, ...
L267p Maasbree),
draaihaak:
draaihaak (Q074p Kortessem),
lishaak:
lȳshǭk (L270p Tegelen),
lȳšhǭk (Q020p Sittard),
lęshǭk (Q095p Maastricht),
lęšhǭk (Q095p Maastricht),
lisijzer:
lēs˱īzǝr (L328p Heel),
lęjs˱īzǝr (Q007p Eisden, ...
Q009p Maasmechelen),
lęs˱ē̜zǝr (Q002p Hasselt),
lęš˱īzǝr (Q111p Klimmen, ...
Q095p Maastricht),
lisser:
lęsǝr (Q156p Borgloon),
rijtslip:
ritsløp (Q007p Eisden, ...
Q009p Maasmechelen),
spanslip:
spansløp (Q007p Eisden, ...
Q009p Maasmechelen)
|
Een metalen haak of hefboom die wordt gebruikt om een duig naar buiten te wringen wanneer een lek aan de rand van de bodem van het vat hersteld moet worden. Zie ook afb. 231. [N E, 53; A 32, add.; monogr.]
II-12
|