33400 |
biggenkooi |
baggenhokje:
bagǝhokskǝ (L288a Ospel),
baggenkist:
bagǝkes (L267p Maasbree),
baqǝkes (L381p Echt),
baggenkooi:
bagǝkuǝi̯ (L318d Altweert),
bagǝkǫi̯ (L265p Meijel),
baqǝkuǝi̯ (L374p Thorn),
baqǝkūi̯ (L423p Stokkem),
baggenkouw:
baqǝkow (Q207p Epen),
baggenren:
baqǝrɛn (Q011p Boorsem),
baggenstal:
bagǝstal (L414p Houthalen),
bagǝštāl (Q098p Schimmert),
baqǝštāl (Q197p Noorbeek),
baggenstalletje:
baqǝstęlkǝ (L320a Ell, ...
L376p Linne),
biggenhokje:
begǝhø̜kskǝ (L328p Heel),
kraamhok:
krǭmhǫk (Q121p Kerkrade),
latten:
latǝ (L295p Baarlo),
schot:
šǫt (Q112p Voerendaal),
stal:
štal (Q027p Doenrade),
witsen baggenkorf:
wetsǝ baqǝkǫrǝf (L295p Baarlo)
|
De aparte kooi voor de biggen. Omdat de biggen een tijd bij de zeug in de zeugekooi zijn, komen er in dit lemma woordtypen voor die ook in het lemma "zeugekooi" (2.4.7) zijn terug te vinden. Vergelijk de toelichting bij het lemma "hok voor de beer" (2.4.8). [N 76, 41b]
I-6
|