e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bloem bakbloem: bakblom (Maastricht), bakmeel: bakmēl (Niel-bij-As), bloem: blaom (Sittard), blo ̝m (Berbroek, ... ), bloem (Bevingen, ... ), blom (Alken, ... ), bloom (Asenray/Maalbroek, ... ), bloum (Bingelrade, ... ), blowm (Limbricht), bloëm (Panningen), bloǝm (Venlo), blōm (Maaseik, ... ), blōōm (Grevenbicht/Papenhoven), blŏm (Limmel, ... ), blu ̞m (Borlo, ... ), blu.m (Lauw, ... ), blum (Aalst, ... ), blòm (Heer, ... ), blôm (Eygelshoven), blō.m (Aldeneik, ... ), blōm (America, ... ), blōwm (Lanklaar), blōwǝm (Kinrooi), blōǝm (Neer, ... ), blūm (Gingelom, ... ), blǫ.m (Kanne, ... ), blǫm (Diepenbeek, ... ), blǫwm (Sittard, ... ), blǭm (Hout-Blerick), de bloom (Haelen), (bloum, ongeveer).  bloum (Montfort), (Boven de Ø staat nog een ^, deze combinatie is niet te maken).  blóówəm (Sittard), (korte oo-klank).  blōōm (Heerlen), (mv: blòmme, bloome en blumke).  blòm (Heerlen), (v.).  blum (Helchteren), (vr.).  blōu̯m (Lanklaar), Bloomzeef  bloom (Ell), det is ?t bleumke is: ?t allerbeste.  bloom (Beegden), Eigen phonetische  bloom (Valkenburg), Eigen spellingssyst. Zie vragenlijst p.6  bloom (Berg-aan-de-Maas), Eigen syst.  blŏm (Heerlen), het fijnste van het meel bloem van gemalen kruiden etc.  bloum (Sittard), meelpoeder  bloem (Genk), Nieuwe [spelling]  bloom (Reuver), schj=ch van chocolade  bloom (Heerlerheide), Syst. Eijkman  blum (Gennep), Syst. Eykman  blōm (America), Syst. Frings  blōm (Bocholt, ... ), bloͅm (Beringen, ... ), blum (Gelieren/Bret, ... ), blūm (Beverlo, ... ), blū̞m (Gingelom), Syst. Frings (?)  blōu̯əm (Kinrooi), Syst. Frings Mnl.  blum (Achel), Syst. Frings V.  blum (Peer), Syst. Frings vrl.  blōm (Gruitrode), Syst. Grootaers  blum (Lommel), Syst. IPA  bloͅm (Paal), blu̞m (Kwaadmechelen), Syst. Veldeke  blom (Bocholtz), bloom (Kinrooi, ... ), Syst. WBD  bloem (Broekhuizen, ... ), bloo:m (Baexem, ... ), bloom (Baarlo, ... ), bloum (Limbricht), bloóm (Venlo), blōōm (Neer), blóm (Mechelen), blôôm (Neer), Syst. WBD korte oo-klank, itt blØØm met langgerekte oo-klank (=plant)  bloom (Geleen), bloem van meel: blom ven mē̜l (Bleijerheide), boult: bulti. (Borgloon), boulteû: bulti (Borgloon), bultę (Mal), boulté: `bu.ltej (Broekom, ... ), `bu.ltij (Hoepertingen), `bu.ltē (Rutten, ... ), `bu.ltīǝ (Ordingen), `bulti ̞j (Borgloon), `bultij (Piringen), `bultø̄ (Sluizen), `bultē (Heks, ... ), bu.lti ̞j (Voort), bu.ltē (Koninksem, ... ), bultęj (Binderveld  [(jonger dan blum)]  ), by ̞ltē (Membruggen), byl`tęj (Wilderen), byltęj (Brustem), bøl`tej (Duras), bøltęj (Halmaal), bø̜ltɛ̄ (Bilzen), broodbloem: brǭwǝtblūm (Munsterbilzen), dobbele zero: dǫbǝlǝ zēro (Koninksem  [(allerfijnste bloem)]  ), dons: dons (Lommel), dōns (Bree), Syst. Frings mnl.  dōns (Bree), drie zero: drie zero (Mal), dubbele zero: dø̜bǝlǝ zērō (Maastricht), fijne bloem: fīn blōm (Brunssum), gebuild meel: gǝby.ltj mę̄l (Thorn), gǝbylt mę̄l (Meijel), gǝbøjlt mēǝl (Lummen), gebuild(e) bloem: gǝbȳǝldǝ blōm (Susteren), gǝbø̜lt˱ blo ̝m (Oostham), gebuilde bloem: gǝbyjǝldjǝ blō.m (Herten), gǝbȳldǝ blom (Eys, ... ), gǝbȳldǝ blōm (Stein), gǝbøldǝ blōm (Rumpen), geteemst meel: gǝtømst mę̄l (Paal), gewone bloem: gǝwø̄nǝ blom (Kaalheide), gezeefd meel: gǝzēf mę̄l (Einighausen), gǝzēft mɛ̄l (Kaulille), gǝzę̄f mę̄l (Stokkem), gezift meel: gǝzeft mēǝl (Zelem), meel: mèè.l (Waubach), Syst. Frings  mīəl (Hasselt), Syst. Veldeke  mèel (Kinrooi), Syst. WBD  mael (Kerkrade, ... ), méél (Neer), meelbloem: mē̜lblum (Mal), overschot: euversjoot (Neeritter), patent: patɛnt (Gulpen, ... ), patentbloem: patentbloem (Mal), roggebloem: roggebloem (Genk), rogǝblom (Oost-Maarland), rogǝblōm (Bocholt), rø̜geblōm (Tegelen), ręgǝblum (Bilzen), rǫgǝblom (Oost-Maarland), rǫgǝblōm (Beek), stubmeel: stepmīǝl (Hasselt), Syst. Frings  stepmīəl (Hasselt), tarwebloem: tarwǝblōm (Beek), tɛrvǝblum (Melveren), tɛrvǝblōm (Eisden), tɛrǝvǝblōm (Boorsem, ... ), tɛrǝvǝblǫm (Maastricht), twee zero: twee zero (Mal), vier zero: vier zero (Mal), weitebloem: węjtǝblōm (Tegelen), wit meel: wet mē̜l (Melick, ... ), wetmęǝl (Voerendaal), wies meël (Bleijerheide), wīs mē̜l (Bleijerheide), witte bloem: wetǝ blōm (Tungelroy) bloem [SGV (1914)] || bloem (uitgezeefd meel) || Bloem bestaat uit het inwendige van de graankorrel, de meelkern, en is wit tot grauw van kleur. Het vormt de fijnste soort in de reeks produkten die tijdens het builen worden gescheiden. Bloem is uitermate geschikt om mee te bakken. Zie ook de toelichting bij de lemmata ɛmeelɛ en ɛboultéɛ. Het woordtype dobbele zero (Q 167) verwijst naar het feit dat de fijnheid van bloem met ø̄0ø̄ (zero) wordt aangegeven. Hoe meer zeroɛs, des te fijner de bloem. Dit lemma vormt een aanvulling op het lemma ɛbloemɛ in wld II.1, pag. 83.' [N O, 37c; JG 1a; JG 1b; Vds 246; Jan 240; Coe 218; Grof 245; monogr.] || Bloem bestaat uit het inwendige van de korrel, de meelkern, en is wit tot grauw van kleur. In verband met het onderscheid tussen ''meel'' en ''bloem'' (zie de toelichting bij het lemma ''gemalen en gezuiverd graan'') zijn de opgaven die op het begrip "meel" duiden zoals roggemeel, tarwe, tarwemeel uit dit lemma overgebracht naar het lemma ''gemalen en gezuiverd graan''. Ten aanzien van het woordtype "patent" zij opgemerkt dat de patentbloem komt uit het hart van de meelkern wiens kleur mooi wit is (Schoep blz. 12). De graad van fijnheid wordt aangegeven door "0" (zero). Hoe meer zero''s, hoe fijner de bloem. [N 29, 15c; N 29, 14b; N 29, 14a; N 16, 80; N 29, 16] || Bloem van het meel (bloem, dons, blom, blons?) [N 16 (1962)] || bloem, gemalen tarwe || bloem, uitgezeefd meel || fijn gezift meel || gezift meel, bloem II-1, II-3, III-2-3