e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blok balk: balǝk (Wellen), betonblok: bǝtǫ̃blǫk (Hoepertingen), bǝtǭnblǫk (Hoepertingen), blauwe steen: blő̜wǝ stīǝn (Sint-Truiden), (mv)  blő̜w stejn (Ordingen), blok: blǫk (Alt-Hoeselt, ... ), dwarshout: dwarshǭt (Haren), grote pan: grutǝ pan (Diepenbeek), het pulferen: hǝt pølvǝrǝ (Vliermaalroot), houten koffertje: hǭǝtǝ kǫfǝrkǝ (Bommershoven), kleine stoel: klɛnǝ stuǝl (Kortessem), kogelpan: kōgǝlpan (Diepenbeek), kussen: ke̜jsǝ (Bilzen), kø̜sǝ (Hoeselt), leer: lē̜r (Nunhem), maalstoel: mǭǝlstuǝl (Kortessem), oude molensteen: ā mø̄jlǝstejn (Heks), pan: pan (Lanaken), patte: pat (Neeroeteren), pot: po̜t (Herk-de-Stad, ... ), pulf: pølǝf (Kuringen), stijl: stęǝl (Gutschoven), stoel: stu.l (Tongeren) Het stalen, in P 188 betonnen, blok waarin de pot of pan bevestigd is die in watermolens het lager vormt van de taats van het staakijzer. [Vds 106; Coe 126; Grof 149] || Op de vormtafel bevestigd vierkant stuk leer waarop de bodemloze vormbak werd geplaatst. [monogr.] || Vierkant houten of stenen blok. In het midden ervan bevindt zich een holle stenen of metalen kom waar het uiteinde van de molenboom in rust en ronddraait. Zie ook afb. 75. Vanderspickken maakt een onderscheid tussen het blok buiten naast het molenrad (Vds 75) en het blok binnen in het molenhuis (Vds 88). Gezien het feit dat beide blokken dezelfde functie hebben, zijn de termen uit de twee artikelen in dit lemma bijeengeplaatst. [Vds 88] II-3, II-8