26413 |
blok |
balk:
balǝk (Q078p Wellen),
betonblok:
bǝtǫ̃blǫk (P188p Hoepertingen),
bǝtǭnblǫk (P188p Hoepertingen),
blauwe steen:
blő̜wǝ stīǝn (P176p Sint-Truiden),
(mv)
blő̜w stejn (P177a Ordingen),
blok:
blǫk (Q077a Alt-Hoeselt, ...
P187p Berlingen,
Q083p Bilzen,
Q159p Broekom,
Q159p Broekom,
P184p Groot-Gelmen,
P195p Gutschoven,
Q164p Heks,
Q164p Heks,
Q077p Hoeselt,
Q077p Hoeselt,
Q188p Kanne,
Q088p Lanaken,
Q240p Lauw,
Q095p Maastricht,
Q180p Mal,
Q180p Mal,
L368p Neeroeteren,
Q241p Rutten,
P119p Sint-Lambrechts-Herk,
Q181p Sluizen,
Q181p Sluizen,
L361p Tongerlo,
Q078p Wellen),
dwarshout:
dwarshǭt (Q160a Haren),
grote pan:
grutǝ pan (Q071p Diepenbeek),
het pulferen:
hǝt pølvǝrǝ (Q075p Vliermaalroot),
houten koffertje:
hǭǝtǝ kǫfǝrkǝ (Q160p Bommershoven),
kleine stoel:
klɛnǝ stuǝl (Q074p Kortessem),
kogelpan:
kōgǝlpan (Q071p Diepenbeek),
kussen:
ke̜jsǝ (Q083p Bilzen),
kø̜sǝ (Q077p Hoeselt),
leer:
lē̜r (L322a Nunhem),
maalstoel:
mǭǝlstuǝl (Q074p Kortessem),
oude molensteen:
ā mø̄jlǝstejn (Q164p Heks),
pan:
pan (Q088p Lanaken),
patte:
pat (L368p Neeroeteren),
pot:
po̜t (P050p Herk-de-Stad, ...
P058p Stevoort),
pulf:
pølǝf (P057p Kuringen),
stijl:
stęǝl (P195p Gutschoven),
stoel:
stu.l (Q162p Tongeren)
|
Het stalen, in P 188 betonnen, blok waarin de pot of pan bevestigd is die in watermolens het lager vormt van de taats van het staakijzer. [Vds 106; Coe 126; Grof 149] || Op de vormtafel bevestigd vierkant stuk leer waarop de bodemloze vormbak werd geplaatst. [monogr.] || Vierkant houten of stenen blok. In het midden ervan bevindt zich een holle stenen of metalen kom waar het uiteinde van de molenboom in rust en ronddraait. Zie ook afb. 75. Vanderspickken maakt een onderscheid tussen het blok buiten naast het molenrad (Vds 75) en het blok binnen in het molenhuis (Vds 88). Gezien het feit dat beide blokken dezelfde functie hebben, zijn de termen uit de twee artikelen in dit lemma bijeengeplaatst. [Vds 88]
II-3, II-8
|