31464 |
bolhamer |
bolhamel:
bǫl(h)ǭmǝl (Q083p Bilzen),
bǫlhāmǝl (L330p Herten, ...
L414p Houthalen,
Q095p Maastricht,
L329p Roermond),
bǫlhōmǝl (Q088p Lanaken
[(hamer met bolronde kop en scherpe pen)]
),
bǫlhǭmǝl (P176b Bevingen, ...
Q005p Zutendaal),
bolhamer:
bolhǭmǝr (K353p Tessenderlo),
bǫlhamǝr (Q121c Bleijerheide
[(ook de benaming voor een hamer met bolronde kop en scherpe pen)]
, ...
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
bǫlhāmǝr (Q018p Geulle, ...
Q113p Heerlen,
L165p Heijen,
L291p Helden,
L246p Horst,
Q111p Klimmen,
L217p Meerlo,
L159a Middelaar,
L382p Montfort,
L321p Neeritter,
Q117p Nieuwenhagen,
L216a Oostrum,
L371p Ophoven,
L290p Panningen,
L299p Reuver,
Q099q Rothem,
Q118p Schaesberg,
Q098p Schimmert,
L266p Sevenum,
L192a Siebengewald,
L432p Susteren,
L210p Venray,
L289p Weert,
L213p Well,
Q108p Wijnandsrade),
bǫlāmǝr (L424p Meeswijk, ...
L423p Stokkem),
bǭlhamǝr (Q116p Simpelveld),
bolkophamel:
bǫlkǫp(h)ǭmǝl (Q083p Bilzen),
bolrekhamer:
bǫlrɛkhāmǝr (Q117p Nieuwenhagen
[(hamer met bolronde kop en scherpe pen)]
, ...
Q118p Schaesberg
[(hamer met bolronde kop en scherpe pen)]
),
ronde bolhamel:
rǫnǝ bǫlhǭmǝl (P219p Jeuk),
ronde hamel:
rǫnǝn hǭmǝl (P176b Bevingen),
uitboller:
̇ūt˱bǫlǝr (L330p Herten)
|
In het algemeen een hamer met één of twee bolronde koppen. Zie ook afb. 161. De hamer wordt gebruikt bij het uitdrijven, het bol of wijder maken van de buitenwijdte van een werkstuk door met een (bol)hamer van binnen naar buiten te slaan. Zie ook het lemma "drijven". Het woordtype bolhamer kon in L 210, L 246, L 266 en L 291 ook worden gebruikt voor een hamer met een bolvormige en een halfbolvormige kop. [N 33, 57; N 33, 67; N 64, 39c; N 64, 39i; N 64, 40b-c; N 66, 6i; N 66, 7b-c]
II-11
|