31838 |
boogschaaf met bolle zool |
boogschaaf:
buǝxšǭf (Q083p Bilzen),
bōxsxǭf (K353p Tessenderlo),
bǭxšāf (L330p Herten, ...
Q204a Mechelen),
bootje:
bwø̄tjǝ (Q015p Stein),
bȳǝtjǝ (L328p Heel, ...
L270p Tegelen),
bø̄tjǝ (L421p Dilsen, ...
L382p Montfort),
bootschaaf:
bōtsxāf (L289p Weert),
holle schaaf:
hǫlǝ šāf (L426p Buchten),
holschaaf:
hǫlšāf (L381p Echt, ...
L434p Limbricht,
Q204a Mechelen,
Q033p Oirsbeek,
L270p Tegelen),
hǭlšāf (L270p Tegelen),
kromschaaf:
kromschaaf (Q074p Kortessem),
ronde blokschaaf:
roŋ blǫkšāf (Q121c Bleijerheide),
ronde schaaf:
ron šāf (Q111p Klimmen),
ron šǭf (Q095p Maastricht),
rǫnj šāf (Q019b Groot Genhout),
rondschaaf:
ronjtš ̇āf (L329p Roermond),
ronjtšāf (L294p Neer),
rontjšāf (L387p Posterholt),
scheepje:
šēpkǝ (L294p Neer),
toogschaaf:
tōxsxāf (L271p Venlo),
tuimelaar:
tǫwmǝlɛjǝr (K353p Tessenderlo),
velgerschaaf:
vɛlgǝršāf (Q119p Eygelshoven),
vellingschaaf:
vęleŋšāf (L387p Posterholt),
vɛleŋšāf (Q111p Klimmen),
wiegje:
wīxskǝ (K317p Leopoldsburg),
wrongschaaf:
vrǫŋšāf (L328p Heel)
|
Een blokschaaf waarvan de zool in de lengte gebogen is en die dient om iets holrond uit te schaven. Zie ook afb. 37. De boogschaaf met bolle zool wordt door verschillende houtbewerkers gebruikt. De kuiper werkt er bijvoorbeeld de holle binnenkant en binnenrand van vaten mee af en de wagenmaker schaaft er de holle binnenkant van velgsegmenten mee. Het eerste lid in de woordtypen velgerschaaf (Q 119) en vellingschaaf (Q 111) verwijst daar naar. [N 53, 80a; N G, 36a; N E, 35]
II-12
|