e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
booromslag boor: bǫwr (Tessenderlo), bǭwr (Loksbergen), boordrouw: bǫardraw (Bleijerheide, ... ), booromslag: bōrømšlāx (Eygelshoven, ... ), bǭromslāx (Stein), bǭromšlāx (Reuver, ... ), bǭrø̜mšlā.x (Tegelen), bǭrǫmslāx (Montfort), boorslag: bō.rslāx (Tungelroy), boortje: børʔǝ (Tessenderlo), booruitslag: bū.rȳtslāx (Weert), boorwinde: bǫarweŋ (Bleijerheide, ... ), boorzwengel: bōrzweŋǝl (Middelaar, ... ), bōržweŋǝl (Helden, ... ), bǭrsweŋǝl (Venray), bǭrswøŋǝl (Wijnandsrade), bǭrzweŋǝl (Heijen, ... ), bǭrzwøŋǝl (Stein), bǭršweŋǝl (Neer), bǭršwøŋǝl (Klimmen, ... ), bǭržweŋǝl (Herten, ... ), bǭržwøŋǝl (Oirsbeek), boorzwong: boorzwong (Dilsen), bōržwøŋk (Rothem), bǫwrzwam (Bevingen), bǫwǝrzwuŋ (Tessenderlo), bǭršwøŋk (Mechelen), borendrouw: boarǝdry (Montzen), drouw: dry (Eupen), drǫw (Spekholzerheide), omslag: omslag (Buchten), omslā.x (Meeswijk), omslāx (Dilsen, ... ), omšlāx (Geleen), ømslāx (Maastricht), ǫmslāx (Echt, ... ), ǫmšlāx (Herten, ... ), zweng: zwęŋk (Maastricht), zwengel: zweŋǝl (Venlo), zwøŋǝl (Geulle), zwɛŋǝl (Leopoldsburg), šweŋǝl (Posterholt), zwong: zwo.ŋk (Tongeren), zwoŋ (Tongeren), zwoŋk (Jeuk), zwuŋ (Tessenderlo), zwuŋk (Bilzen, ... ), zwøŋk (Groot Genhout, ... ), zwōŋk (Zutendaal), zwǫŋ (Leopoldsburg), zwǫŋk (Eigenbilzen, ... ), šwøŋk (Sittard  [(meervoud: šwøŋkǝ of šwøŋ)]  ), žwøŋk (Doenrade, ... ), žwø̄ŋk (Gronsveld) Een C-vormige houten of metalen kruk waarmee bij de omslagboor een draaiende beweging aan het boorijzer wordt gegeven. Aan de bovenzijde is een leunknop aangebracht waarmee men tijdens het boren met de hand of met de borst druk kan uitoefenen op het boorijzer. Zie ook afb. 81 en het lemma ɛbooromslagɛ in Wld II.11, pag. 84. De omslagboor wordt door verschillende houtbewerkers gebruikt. De klompenmaker boort er bijvoorbeeld koppelgaatjes mee in klompen. Zie voor de woordtypen boordrouw en borendrouw uit respectievelijk Kerkrade e.o. (Q 121) en Montzen (Q 253) ook RhWb (I), kol. 1437, s.v. Drau, ø̄das Gestell am Handbohrer, das den eingesetzten Bohrer dreht, Bohrwinde Drehbügelø̄.' [N 33, 133; N 53, 161a; N 97, 110a; A 29a, 14a-14b; monogr.] || Een soort beugel in de vorm van een letter C met aan de bovenzijde een knop en aan de onderzijde een boorhouder. De booromslag wordt gebruikt om een boorijzer met de hand rond te draaien. De knop wordt daarbij tegen de borst geplaatst, terwijl tegelijkertijd met de beugel een draaiende beweging wordt gemaakt. Zie ook afb. 128. Zie voor het woordtype drouw (Q 121b, Q 284) ook RhWb I, kol. 1437, s.v. Drau: ...das Gestell am Handbohrer, das den eingesetzten Bohrer dreht, Bohrwinde, Drehbügel" en Wbd II.6, pag. 1980, lemma "booromslag", woordtype boordroef (L 205, L 206). [N 33, 153-154; N 33, 143; N 33, 121; monogr.] II-11, II-12