25649 |
braak |
braak:
brā.k (L383p Melick),
brāk (L318d Altweert, ...
L318e Altweerterheide,
Q019p Beek,
L265c Beringe,
L287p Boeket,
L289h Boshoven,
L288c Eind,
Q203p Gulpen,
L289a Hushoven,
L318a Keent,
L288b Laar,
L289b Leuken,
Q095p Maastricht,
L288p Nederweert,
L288a Ospel,
L289p Weert),
braakijzer:
brā.kī.zǝr (L290p Panningen),
brākīzǝr (Q113p Heerlen, ...
L330p Herten,
Q121p Kerkrade,
L312p Neerpelt,
L163p Ottersum,
L299p Reuver,
Q097p Ulestraten),
braakkluppel:
brākklø̜pǝl (L432a Koningsbosch),
breekijzer:
brękīzǝr (Q038p Amstenrade),
brīkęjzǝr (L372p Maaseik),
deegbrakemachine:
dęjxbrākǝmašinǝ (L292p Heythuysen),
ijzeren stang:
īzǝrǝ štaŋ (Q021p Geleen),
ɛ̄zǝrǝ staŋ (K359p Koersel),
klopper:
klopǝr (P176p Sint-Truiden),
kneedmachine:
kneedmachine (L271p Venlo),
koekbreker:
kōkbrē̜kǝr (L270p Tegelen),
peperkoektrekker:
pē̜pǝrkōktrękǝr (L269a Hout-Blerick),
schupje:
šø̜pkǝ (L299p Reuver),
vuist:
vūs (Q012p Rekem)
|
Houten toestel om de vlas- en hennepstengels te kneuzen en de houtachtige delen, de scheven (zie het lemma ɛschevenɛ), grotendeels te verwijderen. Van jongere datum is een machine waarin, tussen in elkaar grijpende tandrollen, de houtachtige stengel van de plant in kleine stukjes wordt gebroken (Brouwers, pag. 93). Zie afb. 67.' [N 48, 16b; monogr.] || Werktuig voor het braken van taai-taai- en peperkoekdeeg. Volgens de informant van L 265 wordt er een gat in de werkbank gemaakt waarin een vierkant ijzer dat rond uitloopt, wordt vastgeschroefd. Via een hefboombeweging wordt dan het deeg gekneed. De informant van K 359 spreekt van een "houten blok waarop een ijzeren lat, ¬± 1m lang, scharnierde". Zie afb. 24. [N 29, 89b; N 29, 89a; monogr.]
II-1, II-7
|