34600 |
bril |
achterbred:
axtǝrbrēt (L374p Thorn),
bred:
brit (L372p Maaseik, ...
L420p Rotem),
brēt (Q011p Boorsem, ...
L288c Eind,
Q007p Eisden,
Q018p Geulle,
Q112a Heerlerheide,
Q009p Maasmechelen,
Q010p Opgrimbie,
Q098p Schimmert,
Q097p Ulestraten,
Q001p Zonhoven),
brēǝt (L326p Grathem, ...
Q193p Gronsveld,
L422p Lanklaar),
brē̜t (Q178p Val-Meer),
bręi̯t (L424p Meeswijk),
brīt (L372p Maaseik),
brīǝt (L416p Opglabbeek),
brɛ̄t (L332p Maasniel, ...
Q022p Munstergeleen,
L322a Nunhem,
L266p Sevenum,
Q020p Sittard),
bril:
brel (L317p Bocholt, ...
P186p Gelinden,
Q087p Gellik,
P197p Heers,
Q094p Hees,
Q039p Hoensbroek,
Q077p Hoeselt,
L422p Lanklaar,
Q089p Martenslinde,
L382p Montfort,
L373p Roosteren,
L432p Susteren,
Q162p Tongeren,
Q101p Valkenburg,
Q171p Vlijtingen,
Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
brelǝ (L384p Herkenbosch),
brēl (Q193p Gronsveld, ...
Q019b Groot Genhout,
Q088p Lanaken),
brēǝl (Q096c Neerharen),
brē̜l (Q188p Kanne, ...
Q093p Rosmeer,
Q172p Vroenhoven),
bręl (Q091p Veldwezelt),
brilbred:
brelbrɛt (Q204a Mechelen),
brilplank:
brelplaŋk (Q111p Klimmen),
draaibred:
drɛ̄brɛ̄t (L429p Guttecoven),
draaiplank:
draaiplank (L360p Bree),
drɛ̄plaŋk (Q084p Waltwilder),
koningsbred:
kø̄neŋs˱brē̜t (L426p Buchten),
plank:
plãk (L422p Lanklaar),
trulbred:
trø̜̄lbrēt (Q099p Meerssen),
trø̜lbrēǝt (L424p Meeswijk),
trø̜lbrɛ̄t (Q111p Klimmen),
trulplank:
trø̄lplaŋk (Q096c Neerharen),
trø̜lplaŋk (Q111p Klimmen),
trø̜lplāŋk (Q204a Mechelen),
vregelbred:
vrēgǝlbrēt (Q033p Oirsbeek),
vręi̯gǝlbrēt (Q021p Geleen),
vregelsbred:
vrēgǝls˱brɛt (Q117a Waubach),
windplank:
wenjplaŋk (L362p Opitter)
|
Verzwaard, dwars sluithout waardoor de vregelpaal gestoken werd. De vregelpaal is een boom die overlangs in de bak van de hoogkar ligt en die, samen met de vregelstok en het bindtouw, gebruikt wordt om het hooi vast te zetten (voor meer uitleg zie WLD I.3, onder de lemmata touw om het hooi vast te sjorren, vregelpaal en vregelstok). Zoals op de kaart duidelijk blijkt, is dit systeem vooral in gebruik in de streken met de meest vruchtbare grond, m.n. in het Maasland en in het zuidoosten van Haspengouw. [N 17, 14b; JG 1b; JG 2c]
I-13
|