25709 |
brouwmeester |
brouwer:
br ̇øwǝr (L362p Opitter),
brouwer (L250p Arcen, ...
L210p Venray),
bruwǝr (L325p Horn),
bruǝr (L325p Horn),
bryjǝr (Q032p Schinnen),
brøwǝr (P120p Alken),
brø̜jǝr (Q032p Schinnen),
brǫwǝr (L292p Heythuysen, ...
P180p Kerkom,
Q095p Maastricht,
L318p Stramproy,
Q101p Valkenburg),
brouwmeester:
brumęjstǝr (Q020p Sittard),
bruwmęjstǝr (L387p Posterholt, ...
Q032p Schinnen),
bráwmęjster (Q078p Wellen),
brǫwmęjstǝr (L294p Neer, ...
L318p Stramproy)
|
De leidinggevende persoon die belast is met de voornaamste werkzaamheden in het brouwhuis zoals beslaan, aftrekken en klaren, koken en wort koelen. Uit de opgaven blijkt dat in de meeste kleine brouwerijen de brouwmeester alle hierboven genoemde werkzaamheden zelf deed, soms bijgestaan door een of meer helpers. Daarom zijn de antwoorden op de vragen N 35, 58a/b/ c/d in dit lemma samengevoegd. Alleen de brouwerij in L 362 kent voor ieder van de werkzaamheden een specifieke arbeider terwijl men in L 294, P 120 en Q 95 voor het koelen van de wort een aparte koeler in dienst heeft. In L 325 was de brouwersknecht verantwoordelijk voor het klaren en aftrekken. [N 35, 58a; N 35, 58b; N 35, 58c; N 35, 58d]
II-2
|