e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bruidspaar bruidskoppel: breudskoppel (Heers), bruidspaar: braudspôor (Hoeselt), broadspoar (Hoensbroek), broedspaar (Baarlo, ... ), broeëdspaar (Baarlo, ... ), broēdspaar (Voerendaal, ... ), broodspaor (Eigenbilzen), broêdspaar (Baarlo, ... ), brōēëtspāār (Nieuwenhagen, ... ), bruidspaar (Sint-Huibrechts-Lille), brutsjpaar (Meijel), bruudspaar (Castenray, ... ), bruudspaor (Gennep, ... ), brôedspaar (Maastricht), brøtsjpār (Meijel), brüdspaar (Tienray), brəədspòòr (Loksbergen), het broodspoar (Eigenbilzen), t broedspaar (Klimmen, ... ), t broetspaar (Klimmen, ... ), t broeèdspaar (Schimmert, ... ), t broeëdspaar (Bocholtz), t broêdspaar (Waubach, ... ), t brōēdspaar (Nieuwenhagen, ... ), ut broedspaar (Klimmen, ... ), ut broeitspaar (Meerssen, ... ), 1a-m; 22, 29a;  brootspoar (Riemst, ... ), bruudspo(ë)r (Zutendaal, ... ), bruidsspan: broeedspam (Weert), jong koppel: jonk koppel (Achel), koppel: et koppel (Sint-Truiden), koppel (Houthalen, ... ), kóppel (Zonhoven), 1a-m; 22, 29a; "koppel"; wordt hiermee bedoeld dat bruid het "huwelijkspaar"is?  koppel (Sint-Huibrechts-Lille), koppeltje: ət køpəlsjə (Montzen), trouwers: de tròuwers (Tongeren), trouwers (Eksel) bruid [ZND 01 (1922)] || bruidspaar || het bruidspaar [N 96D (1989)] || verliefd, verloofd of getrouwd paar III-2-2