30238 |
buitenwerkse maat |
breedte:
brędǝ, brętǝ (Q083p Bilzen),
bręjdǝ (Q121c Bleijerheide),
buitenkant maat:
bytǝkānt mǭt (L163p Ottersum),
buitenmaat:
bowǝtǝmǭt (K353p Tessenderlo),
buitenmaat (L421p Dilsen),
būtǝmǭt (Q204a Mechelen, ...
L299p Reuver),
bǫwtǝmuǝt (Q083p Bilzen),
buitenwerks:
bū.tǝwęrks (Q020p Sittard),
būtǝwerks (L387p Posterholt),
būtǝwerǝks (L387p Posterholt),
būtǝwęrks (L271p Venlo),
būtǝwɛrks (L330p Herten),
būtǝwɛrǝks (Q015p Stein),
buitenwerkse maat:
butǝwɛrǝksǝ mǭt (L385p Sint Odilienberg),
bytǝwęrǝksǝ mǭt (L163p Ottersum),
būtǝwerǝksǝ mǭt (L330p Herten),
būtǝwęrǝksǝ mǭt (L270p Tegelen),
būtǝwɛrǝksǝ mǭt (L385p Sint Odilienberg, ...
Q015p Stein),
buitenwerksmaat:
būtǝwerksmǭt (L328p Heel),
grootste maat:
grootste maat (L421p Dilsen),
koppenmaat:
kǫpǝmǫat (Q018p Geulle),
rouwe maat:
rūw mǭt (L387p Posterholt),
uitwendige maat:
ūswɛndejǝ mǫas (Q121c Bleijerheide),
volle maat:
vǫlǝ mǭt (K317p Leopoldsburg)
|
De afmeting die de hoogte en de breedte aangeeft, gemeten van de ene buitenkant van de vergaring naar de andere. [N 55, 2] || De afstand van de buitenkant van een trappeboom tot de buitenkant van de tweede trappeboom. [N 55, 91b] || De maat die aan de buitenzijde gemeten wordt, dat wil zeggen van de ene buitenste rand van het werkstuk tot de andere. Zie ook het lemma ɛbuitenwerkse maatɛ in Wld II.9, pag. 111. Het betreft daar de buitenwerkse maat van vergaringen, bijvoorbeeld kozijnen.' [N 53, 200a; monogr.]
II-12, II-9
|