32745 |
de hoeken bewerken |
(de einden) uitmaken:
ø̜tmǭkǝ (K353p Tessenderlo),
(de hoeken) graven:
grãvǝ (L432p Susteren),
grǭvǝ (Q197p Noorbeek),
(de hoeken) omdoen:
ømdoa (Q197p Noorbeek),
(de hoeken) omgraven:
omgrãvǝ (L428p Born),
ømgrãvǝ (Q117p Nieuwenhagen),
(de koppen) graven:
grãvǝ (Q002p Hasselt),
(de tompen) omspaden:
ømspãi̯ǝ (L269p Blerick, ...
L266p Sevenum),
ømspǭi̯ǝ (L163p Ottersum),
(de tompen) spaden:
spãi̯ǝ (L192p Bergen),
spǭi̯ǝ (L165p Heijen),
(de voordelskoppen) bijspaden:
bīšpãi̯ǝ (L292p Heythuysen),
(de voorkoppen) omspaden:
omspãi̯ǝ (L294p Neer),
terugtrekken met de ploeg:
trø̜ktrękǝ męt ˲dǝ plōx (Q096d Smeermaas)
|
De trappeleindjes van een wendakker bewerken met de schop (soms met de riek). Voor het hieronder niet gedocumenteerde object van de handeling zie men het vorige lemma. [N 11, 50b add, ; A 33, 6 + 7 + 16 add.]
I-1
|