id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
32363 | de omvang van een boom meten | een armvol hout: nǝ ɛrvǝl hǫwt (Sevenum), meten: mējǝtǝ (Loksbergen), op manshoogte meten: up mānshøxtǝ mē(t)ň (Tessenderlo) | De omtrek van een boom op borsthoogte met behulp van een centimeter opmeten. Sommige klompenmakers maten de stamomvang ook wel met uitgestrekte armen op. [N 97, 40] II-12 |