29768 |
de oven leeghalen |
(de oven) aftrekken:
ǭftrękǝ (Q083p Bilzen),
(de oven) leegmaken:
lē̜xmākǝ (Q111p Klimmen, ...
Q020p Sittard),
(de oven) uithalen:
ǫwt(h)ǭlǝ (Q083p Bilzen),
(de oven) uitvaren:
ǫwt˲vǭrǝ (Q083p Bilzen),
afblaren:
āf˱blārǝ (Q017p Elsloo
[(de slechte buitenlagen van de veldoven zonder muren afhalen)]
),
inbreken:
enbrē̜kǝ (L322a Nunhem
[(bij veldoven: vooral bij die zonder muren)]
),
uit de oven laden:
ūs˱ dǝr ovǝnt lā.nǝ (Q211p Bocholtz),
uitdragen:
ǫwt˱drǭgǝ (Q083p Bilzen),
uitkruien:
ytkryjǝ (L210p Venray),
ytkrø̄̄jǝ (L163a Milsbeek),
uitschurgen:
ūsšø̜rǝgǝ (Q121b Spekholzerheide),
ūtšørǝgǝ (L381p Echt, ...
L322a Nunhem,
L270p Tegelen),
ūtšø̜rǝgǝ (Q111p Klimmen, ...
Q095p Maastricht),
uitvoeren:
ø̜̜̄̄t˲vø̄̄rǝ (P176p Sint-Truiden)
|
De stenen na het bakproces uit de oven halen. De in dit lemma opgenomen termen zijn zowel voor de veldoven als voor de ringoven van toepassing. [N 98, 125; N 98, 154; monogr.]
II-8
|