22735 |
de plank missen |
brits gooien:
hè guujch brits (L360p Bree),
hè güjts brets (L360p Bree),
brouette (fr.) gooien:
hè goeit baroewet (K318p Beverlo),
ooi is zeer kort
hij gooit barrewet (K278p Lommel),
de plank mankeren:
hij hit de plank gemankeerd (L413p Helchteren),
de plank misgooien:
hèe hèet de plank misgegoeit (L366p Gruitrode),
de plank missen:
de plamk misse (Q096b Itteren),
huaj mèst dɛ plānk (L286p Hamont),
de plank niet hebben:
hij heeft de plank nie (L316p Kaulille),
de plank slaan:
plank sjloaw (Q201p Wijlre),
de voor niet hebben:
hij heeft de voor niet (Q074p Kortessem),
erneven gooien:
he goait er nève (L363p Ellikom),
erover gooien:
er euver gooien (P051p Lummen),
erover smijten:
eh hie ten der euver gesmeete (P214p Montenaken),
hiejə het dreuver gesmette (P197p Heers),
hij hit er over gesmeeten (L282p Achel),
erover werpen:
der over (geworpen) (K353p Tessenderlo),
hij werpt er over (K353p Tessenderlo),
geen baan hebben:
hē hēt gejn bān (L416p Opglabbeek),
geen plank hebben:
hèe hèet gein plank (L366p Gruitrode),
geen plank raken:
gien plank (geraakt) (P056p Stokrooie),
hi het gen plank gerok (Q152p Kerniel),
geen steen raken:
ginne stien gerakt (P054p Spalbeek),
gootje gooien:
geutje gooje (Q098p Schimmert),
heuk gooien:
heuk gooie (Q078p Wellen),
hij gooit heuk (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
hije goid huik (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
øk goeie (P176p Sint-Truiden),
heuk schieten:
hee schiet heuk (P058p Stevoort),
langs de plank gooien:
hij hit langs de plank gegooid (L413p Helchteren),
misgooien:
hei heit misgegooid (L317p Bocholt),
missen:
mussen (L382p Montfort),
misslaan:
De plank -.
missjlaon (L331p Swalmen),
plankmis gooien:
he güit plankmis (Q071p Diepenbeek),
heî goeitsj plankmis (L317p Bocholt),
hè goeeit plank mis (L368p Neeroeteren),
hè goeit plank mis (L319p Molenbeersel),
hè gu-et plankmis (L415p Opoeteren),
hé goijt plank mis (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
plank mis goëën (L368p Neeroeteren),
plankmis goeien (L368p Neeroeteren),
plankmis goije (Q083p Bilzen),
poedel gooien:
poedel goejen (Q006p Leut),
poedel werpen:
poedel werpe (Q117a Waubach),
poedelen:
poedele (L382p Montfort, ...
L289p Weert),
pudələ (Q014p Urmond),
NB poedel: poedel; misworp.
poedele (Q020p Sittard),
pots gooien:
nieuw, als alternatief voor poedel goeje
potš [goejən} (Q006p Leut),
roetsjen:
roetsje (L265p Meijel),
te hoog gooien:
hij smit te hoog (K278p Lommel),
te wijd zetten:
hei zet əm tə weit (K353p Tessenderlo),
touche (<fr.) bruien:
[sic]
e broit touche (Q199p Moelingen),
touche (<fr.) gooien:
Vgl. Gronsveld Wb., pag. 490: tôsj, uitdrukking bij het knikkerspel als twee knikkers elkaar raken. Van het fr. toucher.
tosj goeje (Q193p Gronsveld),
verwet werpen:
he het verwet geworpen (Q170p Grote-Spouwen),
vleugen:
als hij over de plank werpt op den eersten kegel, zegt men hij vleugt op den ieste; als men de plank raakt zodat de bol wegspringt voor de kegels, zegt men kant, barrewet
hij vleugt op den ieste (K318p Beverlo),
WNT: vleugen, 5. Met een zwaai werpen. [...] Vleugen. Een bol van verre op kegels doen vliegen.
he vleugt (K357p Paal),
ze vast hebben?:
laatste woord moeilijk leesbaar
hei het zə vast (L314p Overpelt)
|
De plank missen bij het kegelspel [henk, olie]. [N 88 (1982)] || In vele streken moet de kegelbal een in de grond bevestigde plank raken, wanneer de speler hem wegslingert; wat wordt er gezegd wanneer de speler de plank mist (b.v. de bal er over heen werpt)? [ZND 36 (1941)] || Misslaan. || Niet raken, bv. bij kegelspel.
III-3-2
|