31780 |
de zaagtanden zetten |
schranken:
šraŋkǝ (Q121c Bleijerheide),
stellen:
stɛlǝ (Q083p Bilzen),
trekken:
trekǝ (L387p Posterholt),
trękǝ (L417p As, ...
Q083p Bilzen,
Q071p Diepenbeek,
L421p Dilsen,
L328p Heel,
L330p Herten,
K317p Leopoldsburg,
Q204a Mechelen,
L364p Meeuwen,
L163p Ottersum,
L266p Sevenum,
L385p Sint Odilienberg,
Q015p Stein),
trɛkǝ (K353p Tessenderlo),
zetten:
zetǝ (L330p Herten, ...
Q204a Mechelen,
L387p Posterholt,
L271p Venlo),
zętǝ (L163p Ottersum, ...
L299p Reuver,
L266p Sevenum,
L385p Sint Odilienberg,
Q015p Stein,
L270p Tegelen),
zɛtsǝ (Q121c Bleijerheide)
|
De zaagtanden afwisselend naar links en naar rechts buigen om de snede van de zaag breder te maken dan het zaagblad. Op deze wijze gaat de zaag beter door het hout. Het zetten van de zaagtanden wordt gedaan met behulp van de zaagzetter of de zaagzettang. Zie ook deze lemmata. [N 50, 37a; N 53, 24a; N 53, 24c; monogr.]
II-12
|