e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
deklagen van de euze bovenlaag: bǭvǝlǭx (Klimmen), daklaag: dāklǭx (Tungelroy), deklaag: dęklǭx (Borgharen, ... ), eerste laag: eerste laag (Schimmert), īrstǝ lǭx (Tungelroy), konteinde: kont˱ęjnt (Meijel), onderlaag: oŋǝrlǭx (Klimmen), schoofjes: sxø̄fkǝs (Borgharen, ... ), topjes: tø̜pkǝs (Borgharen, ... ), toppen: tøp (Meijel), tǫpǝ (Diepenbeek, ... ), tweede laag: tweede laag (Schimmert), twidjǝ lǭx (Tungelroy), twędǝ lǭx (Meijel) De euzen bestaan doorgaans uit twee deklagen van riet of stro. De eerste laag is ongeveer 60 cm, de tweede ongeveer 150 cm lang. Bij het strodekken wordt voor de eerste laag gebruik gemaakt van kleine stroschoofjes, bij het rietdekken van de bovenste stukken van een rietbos. De tweede laag bestaat bij het strodekken uit een laag stroschoven die, in tegenstelling tot alle volgende lagen, met het ondereinde naar beneden gezet worden. Deze volgende lagen worden zowel bij het rietdekken als het strodekken doorgaans met een rangtelwoord aangeduid: derde, vierde, vijfde laag enz. In dit lemma wordt een onderverdeling gemaakt in: A. de eerste laag van de euzen bij het strodekken; B. de eerste laag van de euzen bij het dekken met riet en C. de tweede laag van de euzen. [N F, 37a-c; N F, 39] II-9