27577 |
deputaatkolen |
arbeiterkolen:
arbajtǝrkoalǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
arbajtǝrkoǝlǝ (Q000 Zie mijnen
[(Domaniale / Laura / Oranje-Nassau II)]
[Domaniale]),
beambtekolen:
bǝamtǝkoalǝ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Eisden]),
bergmannskolen:
bęrxmanskoǝlǝ (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Eisden]),
bɛrǝxmanskoǝlǝ (Q000 Zie mijnen
[(Domaniale / Laura)]
[Wilhelmina]),
deputaatkolen:
deputaatkolen (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
, ... [Emma, Hendrik, Wilhelmina]
L265p Meijel
[(Maurits / Emma)]
[Wilhelmina]),
depytātkoalǝ (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Laura, Julia]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
, [Willem-Sophia]
Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale]),
depytātkoǝlǝ (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Maurits]),
depytātkǭlǝ (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, ... [Emma]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q016p Lutterade
[(Maurits)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q015p Stein
[(Maurits)]
[Maurits]),
depyt˙ātkǫ.alǝ (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Laura, Julia]),
depǝtātkǭǝlǝ (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Maurits]),
gratis kolen:
gratis kolen (Q007p Eisden
[(Eisden)]
, ... [Zwartberg, Eisden]
Q012p Rekem
[(Zwartberg / Eisden)]
[Zwartberg, Waterschei]),
grātes kūlǝ (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Domaniale, Laura, Oranje-Nassau II]),
kolenbon:
koǝlǝbǫŋ (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Maurits]),
kǭlǝbǫn (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Willem-Sophia]),
(mv)
koalǝboŋs (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Winterslag, Waterschei]),
kolengeld:
koalǝjɛ.lt (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Domaniale]),
kolengeld (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Julia]),
kuilkolen:
kulkoalǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Domaniale, Laura]),
mijnkolen:
mīnkoalǝ (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Domaniale])
|
Het in natura uitgekeerde deel van de bezoldiging van een mijnwerker. Volgens verschillende invullers uit Q 121 bestondende "deputaatkolen" of "arbeiterkolen" meestal uit schachtkool, wat inhield dat het grote brokken kool waren gemengd met gruis en/of stof. De brokken werden stukgeslagen, gezeefd en gesorteerd en van het gruis werd "gedeks" gemaakt, een mengsel van gruis en leem ter afdekking van kachel of fornuis voor de nacht. De "beambtekolen" daarentegen waren meestal antraciet, in diverse dikten gezeefd, zonder gruis. De respondent uit Q 21 merkt over dedeputaatkolen verder nog op dat de toegekende hoeveelheid varieerde al naar gelang iemand kostwinnaar, medekostwinnaar of alleenstaande was. Wat betreft het woordtype "kolenbon", dit was in feite de bon waarmee de mijnwerker een bepaalde hoeveelheid deputaatkolen in ontvangst kon nemen. Toch is dit woordtype in dit lemma opgenomen omdat uit de opmerkingen van verschillende zegslieden (Q 21, Q 121, Q 121b) blijkt dat de term ook voor de toegekende hoeveelheid kolen zelf werd gebruikt. Zo merkt de invuller uit Q 21 voor de mijn Maurits op dat de mijnwerkers daar onder elkaar nooit over "deputaatkolen", maar altijd over de "kolenbon" spraken en de zegsman uit Q 121b schrijft dat, omdat de verstrekking op de mijn Willem-Sophia plaats vond in de vorm van bonnen, het in natura uitgekeerde gedeelte van het loon de kolenbon(nen) werd genoemd. [N 95A, 5; monogr.]
II-5
|