31499 |
domper |
dolder:
dǫldǝr (Q099q Rothem),
domper:
do.mpǝr (L331p Swalmen),
domptø̜r (L382p Montfort),
dompǝr (Q113p Heerlen),
dømpǝr (Q111p Klimmen, ...
L217p Meerlo,
L213p Well),
dompstang:
dømpstaŋ (L321p Neeritter),
klinkstaak:
kleŋkštāk (L330p Herten),
kopper:
kø̜pǝr (Q116p Simpelveld),
stock:
štǫk (Q121b Spekholzerheide),
tegenhouder:
tīgǝnhǭjǝr (L289p Weert),
weerijzer:
wērīzǝr (Q121p Kerkrade)
|
Zware stang om klinknagels tegen te houden bij het maken van de sluitkop. De voorzijde van de domper kan vlak zijn of er kan een uitholling in zijn aangebracht. Soms wordt voor dit werk ook een zware hamer gebruikt. Zie ook afb. 179. [N 33, 299]
II-11
|