e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doopsel doop: (doup) (Grevenbicht/Papenhoven), d`n duip (Geleen), de deuf (Bocholtz), de deup (Koningsbosch), de dēūp (Nieuwenhagen), de doop (Eys), de duip (Tongeren), den daup (Stokkem), den duip (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), der doop (Voerendaal), der doup (Klimmen), der duip (Klimmen), deup (Waubach), dn duip (Valkenburg), doep (Houthalen), doop (Hoensbroek, ... ), doup (Geistingen, ... ), dr deup (Nieuwenhagen), dr doop (Waubach), duip (Eisden, ... ), duujp (Jeuk), də dōp (Montzen), doopsel: deipsel (Bree, ... ), deupsel (Baarlo, ... ), doejpseel (Meijel), doeëpsel (Sint-Truiden, ... ), doopsel (Epen), dopsel (Eksel, ... ), doupsel (Heel, ... ), doͅpsəl (Meijel), duipsel (As, ... ), duipsəl (Opglabbeek), duupsel (Sint-Huibrechts-Lille), dèèpsel (Eigenbilzen), dòpsel (Achel), dôpsel (Neerpelt), döpsel (Oirlo), dööpsel (Maastricht), dùpsel (Sevenum), et dùipsel (Tongeren), het deepsel (Eigenbilzen), het döpsel (Terlinden), t daupsel (Schimmert), t duipsel (Klimmen), t dupsel (Gulpen), tôêpsel (Loksbergen), ut duipsel (Klimmen, ... ), dopen, het ~: duipe (Maasbree) Het doopsel [der doof]. [N 96D (1989)] III-3-3