30900 |
draadnagel |
draadnagel:
draadnagel (K278p Lommel, ...
L387p Posterholt),
droatnāl (Q121c Bleijerheide),
drǭtnāgǝl (L163a Milsbeek, ...
L387p Posterholt,
L293p Roggel,
L271p Venlo),
(mv)
drǫnę̄gǝl (L265p Meijel),
drǭtnę̄gǝl (L267p Maasbree),
draadstift:
drǫatštef (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chevremont,
Q121d Haanrade,
Q113p Heerlen,
Q121e Kaalheide,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
duimnagel:
dǫwǝmnāgǝl (K353p Tessenderlo),
nagel:
nāgǝl (L330p Herten, ...
L385p Sint Odilienberg,
Q015p Stein),
nāl (Q204a Mechelen),
nǭgǝl (K353p Tessenderlo),
spijker:
spikǝr (L245a Castenray, ...
L164p Gennep,
L165p Heijen,
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L163a Milsbeek,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L163p Ottersum,
L212a Smakt,
L163b Ven-Zelderheide,
L210p Venray,
L244a Veulen)
|
Dunne spijker met een plat kopje van hard ijzer-, koper- of staaldraad, soms drie- of vierhoekig, gewoonlijk rond in doorsnee. Volgens de informant van L 163 worden deze draadnagels gebruikt bij het oppennen en bij zwaarder werk en volgens de informant van Q 121c bij het stiften van de lappen. [N 60, 203a; N 60, 101; N 60, 202a] || Metalen spijker die op machinale wijze is vervaardigd van hard getrokken ijzerdraad of geelkoper. Draadnagels kunnen van een platte of een verloren kop zijn voorzien. Zie ook afb. 146. Draadnagels worden onderscheiden door nummers die in breukvorm op de verpakking zijn aangebracht, bijvoorbeeld 36/9 of 48/6. De teller van de breuk geeft de lengte van de nagel aan, de noemer het volgnummer van de stiftdikte. Zie ook het volgende lemma. [N 54, 12b; monogr.]
II-10, II-12
|