31387 |
driekantige vijl |
drie-/drij-eckige vijl:
drējɛkegǝ vīl (Q113p Heerlen),
dręjɛkegǝ vil (Q121p Kerkrade, ...
Q116p Simpelveld),
drie-/drij-eckvijl:
dręjɛk˲vil (Q121c Bleijerheide),
drie-/drijhoekige vijl:
drāj(h)ukegǝ vājl (Q083p Bilzen),
drie-/drijhoekvijl:
drējhōǝk˲vīl (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q118p Schaesberg),
dręjhoǝk˲vęjl (L414p Houthalen),
drie-/drijkante vijl:
dręjkantǝ vęjl (Q086p Eigenbilzen),
drīkantǝ vīl (L159a Middelaar),
drīkãntǝ vīl (L217p Meerlo),
drie-/drijkantige vijl:
drikɛntegǝ vīl (Q111p Klimmen, ...
Q099q Rothem,
Q112z Ten Esschen),
drikɛntjegǝ v ̇īl (L330p Herten),
drājkantegǝ vājl (Q083p Bilzen),
drē̜kãntegǝ vē̜l (K353p Tessenderlo),
dręjkantegǝ [vijl] (P219p Jeuk),
dręjkantegǝ v ̇ęjl (Q005p Zutendaal),
dręjkāntegǝ vęjl (P176b Bevingen),
dręjkęjntegǝ vęjl (P176b Bevingen),
dręjkɛnšegǝ vęjl (L423p Stokkem),
drie-/drijkantvijl:
drikantj˲vīl (L382p Montfort),
dręjkaŋk˲vil (Q121b Spekholzerheide),
zaagvijl:
[zaagvijl] (Q018p Geulle, ...
L165p Heijen,
L217p Meerlo,
L321p Neeritter,
L299p Reuver,
L289p Weert,
L213p Well,
Q108p Wijnandsrade),
zagenvijl:
[zagenvijl] (L291p Helden, ...
P047p Loksbergen,
Q095p Maastricht,
L216a Oostrum,
L290p Panningen,
L192a Siebengewald,
L331p Swalmen)
|
Stalen vijl waarvan het blad driehoekig van doorsnede is en vanaf het midden naar het uiteinde iets spits toeloopt. De vijl wordt onder meer gebruikt bij het bewerken van hoeken, het ruimen van gaten en het scherpen van zaagtanden. Verschillende informanten gaven dan ook als antwoord op de vraag naar de "driekantige vijl" een variant van het woordtype zaagvijl/zagenvijl. De fonetisch gedocumenteerde gegevens hiervan zijn opgenomen in het lemma "zaagvijl". Zie ook afb. 104. [N 33, 97; N 33, 103; N 64, 53b]
II-11
|