32844 |
driespansevenaar |
balans:
balans (P179p Aalst, ...
P224p Boekhout,
P218p Borlo,
P219p Jeuk),
bǝlá.ns (Q168p s-Herenelderen),
bǝlā.ns (Q165p Hopmaal, ...
P220p Mechelen-Bovelingen,
P223p Rukkelingen-Loon),
balans van drie paarden:
bálā.ns ˲van dręi̯ pi̯āt (P195p Gutschoven),
derdegespan:
dɛrdǝgǝspan (P214p Montenaken),
dɛrdǝgǝspán (P182p Buvingen, ...
P227p Vorsen),
dobbel warshout:
dǫbǝl wē̜ǝshō ̞.t (Q027p Doenrade),
drie-evelaar:
dri-ēvǝ(l)tǝr (L115p Mook),
driedobbele schei:
dridǫbǝlǝ šęi̯ (L292p Heythuysen),
driegespan:
drē̜gǝspan (P179p Aalst, ...
P180p Kerkom),
driehaam:
drihām (L192b Aijen, ...
L163p Ottersum,
L192a Siebengewald),
driehevel:
drihē̜vǝl (L192b Aijen),
driespan:
drišpan (Q111p Klimmen),
driespannig warsel:
drei̯špɛnex wiǝršǝl (Q191p Cadier),
driespannig warselen:
dre ̞i̯špɛ ̝nex węǝšǝlǝ (Q116p Simpelveld),
driezwing:
drē̜ǝzweŋ (P048p Halen),
drijdegespan:
drędǝgǝspā.nt (P197p Heers),
effelaar:
ę ̞fǝlǝr (L209p Merselo),
effenaar:
ęfǝnǝr (L265b Kronenberg),
groot warser:
grut wērsǝl (Q187p Sint Pieter),
koppel van drie:
kǫpǝl van drē̜ (P219p Jeuk),
volée (fr.):
va`lē̜ (P176a Melveren),
va`lęi̯ (P174p Velm),
warsel:
jē̜rsǝl (Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
węǝsǝl (Q194p Rijckholt),
warshout:
wē̜rshǫ.lt (L246p Horst, ...
L248p Lottum),
wē̜rshǫu̯.t (L246p Horst),
węǝshǭ ̝t (Q194p Rijckholt),
warsschei:
jā.sšęi̯ (Q080p Vliermaal)
|
Het grote, verstelbare koppelhout, waarmee een dubbel zwenghout (waaraan weer twee enkele) en een enkel zwenghout van achteren onderling verbonden worden, wanneer men drie paarden naast elkaar voor een zwaar akkerwerktuig moet spannen. Zie afb. 100. Mogelijk zijn enkele termen van toepassing op het geheel van zwenghouten voor een driespan. In de betrokken termen hieronder vertegenwoordigt het lid ''drie'' ook varianten van het type ''drij''. [JG 1b + 1d add.; N 11A, 105]
I-2
|