e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dwarsdrijven afstrepen: afstrijpe (Koersel), alles anders hebben: alles anes hemmen (Rijkhoven), alles in de war doen: In de war.  alles in de wijer doen (Sint-Truiden), altijd anders willen: hēi wīlt altied aanders (Lanaken), altijd tegenstreven: altied téngestrêven (Maaseik), anders doen: āndəs dûn (Vroenhoven), anders doen als de ander: Da es inne uiverechtsche, hee moet altijd ~.  anes doen as d`ander (Borlo), anders doen als de andere: anders doen as de andere (Hechtel), anders doen dan de andere: anders doen dan nen andere (Neerpelt), anders willen: hè wiltj altied anges (Ophoven), anders willen wie de ander: andesch wille wi de ander (Lontzen), contraire (fr.) zijn: kontrèr zién (Gronsveld), contraire (fr.)doen: contraure doen (Linkhout), de dwars-nak uithangen: dən dwɛ.rsnak ūthaŋə (Molenbeersel), de dwarserik spelen: den dwèrserik speulen (Kleine-Brogel), de ezel spelen: den ezel spelen (Hechtel), de warserik spelen: de we͂e͂rserik spéelen (Neeroeteren), de warserik uithangen: hè hengt də wèrsərək øͅt (Neerglabbeek), dwars werken: dwēͅrs werəkən (Linde), dwars zijn: dwars zin (Neerpelt), dwējs zēͅn (Oostham), twiɛ.rs si.n (Stokkem), dwarsbomen: dwarsboomen (Overpelt), dweͅrsbuəmən (Hamont), dwarsdrijven: dwaarsdrieven (Horst, ... ), dwaersdrɛ.və (Beringen), dwaesjdrieve (Sittard), dwairsdrieve (Nederweert), dwardrieven (Vroenhoven), dwars drij-eve (Groot-Gelmen), dwarsdrēven (Rosmeer), dwarsdrieve (Afferden, ... ), dwarsdrieven (Well), dwarsdrijven (Sint-Huibrechts-Lille), dwarsdrivən (Neerpelt), dwarsdrīēve (Merselo, ... ), dwarsdrīveən (Sint-Huibrechts-Lille), dwarsdrève (Griendtsveen), dwe:rsdri:və (Maastricht), dweerdrīeven (Elen), dweerschdrieve (Amby), dweersdrieve (Dieteren, ... ), dweersdrieven (Rekem), dweersjdrieve (Berg-en-Terblijt), dweesjdrieve (Puth), dweirsdrieve (Lanaken), dwejarsdrɛjəvən (Zonhoven), dwersdrieve (Venray), dwersdrīēve (Leunen), dwēͅrsdrieve (Lanaken), dwēͅrsdrijve (Lanaken), dwēͅrsdrīvə (Lanaken), dwiersdrijvë (Maaseik), dwijsdrieven (Meeswijk), dwijsdrijve (Nieuwerkerken), dwiêrsdréiven (Elen), dwīərsdrijvə (Maaseik), dwàrsdrieve (Lottum), dwärsdrieve (Meerlo), dwääschdrieve (Heerlen), dwèrschdrieven (Amby), dwèrsdrieve (Grevenbicht/Papenhoven), dwèèrsdrieve/n (As), dwèèrsdrijven (Peer), dwêrsdrieve (Beesel, ... ), dwêsdrieve (Hunsel), dwêsjdrieve (Guttecoven, ... ), dwɛ.rsdri.və (Molenbeersel), dwɛ:əsdrɛ:vən (Tessenderlo), dwɛəsdreͅ:və (Aalst-bij-St.-Truiden), tweeërsdrievë (Lanklaar), twèrsdrieven (Susteren), twêrsdrieve (Stevensweert, ... ), ⁄t dwêsdrieven (Obbicht), boven de ´staat een lengte-teken  trōĕrsdrieve (Arcen), dwarsliggen: dwars likken (Born), een stek in het rad steken: eine stek int roat stèken (Elen), inne stek in t rōət steeke (Stevoort), een weers-nak zijn: `t is eine weersnak (Maaseik), eigenzinnig doen: eegezinnig doen (Herk-de-Stad), er tegenin werken: hij werkt r altij tiggen`een (Overpelt), ezelen: ezele (Kozen), ezelen (Beverlo, ... ), ezələn (Neerpelt), haarzakken: k ingeslikt [Glottisslag]  horza?en (Lommel), harrenwarren: harrenwarren (Schinveld), het eerste woord hebben: ē wilt `t ierste woert ebben (Rotem), het tegendeel sagen (du.): het tjégedeel zāge (Welkenraedt), het tegenovergestelde willen: hi wielt altèt het tegeneuvergestèlde (Heers), het terwarse voordoen: t jaaste veur dun (Koninksem), iets anders doen: iet anes don (Sint-Huibrechts-Hern), iets aanders doen (Sint-Truiden), in het terwars zitten: in `t jiaas zətten (Kanne), in het twee-eind drijven: in ⁄t twè-end drieve (Epen), in het wars drijven: in ⁄t wêsch drieve (Munstergeleen), in het wars zijn: altied in `t wèrs (Opitter), koppen: koppen (Beverlo), krikkelen: krekelen (Oostham), met zijn kop spelen: met zene kop spele (Sint-Lambrechts-Herk), nierkeren: nierkere (Oostham), overrechts werken: euveres werke (Sint-Truiden), protsen: prōtsə (Eupen), stechelen: stèchele (Beverlo), stekker in de rader steken: stekker in de raajer stèken (Grote-Brogel), stijfkoppig zijn: stiefkoppig zeen (Kessenich), streven: strève (Mheer), strever: `t is eine strêver (Maaseik, ... ), tegen euch in werken: tegən og eͅ wərəkə (Zonhoven), tegen regeer in werken: tegen regeer in werken (Linde), tegendraad werken: hij werk altijd tjegedrwod (Hoeselt), tegenwerken: tegen werken (Tessenderlo), tegewerken (Paal), tegewèrken (Achel), tiegenwerken (Bree), tiegenwirken (Rotem), tjiëge werke (s-Herenelderen), tegenwringen: tegenwringen (Paal), tiêgevringe (As, ... ), tiëgewringen (Bilzen), terwars doen: terja͂s kønə tun (Hasselt), terwars werken: terjaas werken (Vliermaal), terwiês werke (Beverst), terwars zijn: terjas zin (Millen), terwēèrs zen (Genk), terwiès zien (Hoeselt), tər dwä:rs zeͅn (Lummen), Gevormde eigennaam: terwjaashout (ne vrenger)  terwjaas zen (Kuringen), terwarsdrijven: jasdre͂və (Zichen-Zussen-Bolder), terjaas draaive (Mal), terjas dreejve (Borgloon), terjas dreeven (Alken), terjasdraaive (Vreren), terjosdraaiven (s-Herenelderen), terweès drijven (Hoeselt), terwiesdreivən (Bilzen), terwieësdrijve (Bilzen), terwiâs drijven (Ulbeek), terwièz drijven (Sint-Huibrechts-Hern), terwiêrsdréiven (Elen), terwjaasdrijven (Diepenbeek), terwjas drèven (Vliermaal), terwjasdreeve (Rosmeer), terwjās drēve (Wellen), terwjāəsdrijəve (Stevoort), terwjës draaive (Tongeren), triaas dreiven (Kortessem), trwos dreven (Martenslinde), tərja:sdrɛjvə (Hoepertingen, ... ), tərjā.z drē.və (Borgloon), tərjās drä:və (Kortessem), tərjāsdrēͅvən (Diepenbeek), tərjâsdrēͅvə (Kortessem), tərwiez dre:və (Martenslinde), tərwi̯oͅzdrēͅvə (Martenslinde), tərwjasdrêvə (Kermt), tərwjās drāivə (Genoelselderen), tərwjāəs dréəvə (Gutshoven), təwērsdrīvə (Mechelen-aan-de-Maas), et. Fr.? (de travers) of cont. met twers>tëwers>tëwers(:dwars)?  tërwièsdraivë (Tongeren), terwarsdrijver spelen: jasdrijver spjëlen (Mopertingen), terwarsliggen: terwèèrsligge (Genk), vregelen: vreegele (Stevoort), vregele (Martenslinde), vrei(g)ele (Heel), vreigele (Doenrade, ... ), vrēīgele (Heer), vrijgelen (Kaulille), vrijəlen (Rotem), vrɛjgələ (Rekem, ... ), wreigele (Sittard), wrégele (Hees), +/-  vreͅigele (Opgrimbie), cf. WNT s,v. "vreigelen - vreegelen, vrei(e)len, vreelen"4. (Onz. en wederk.) Alleen in Limb."Moeilijkheden maken, plagend elkaar dwarsbomen, redetwisten....  vrègelen (Achel, ... ), vréégələ (Hamont), cf. WNT XXIII, kol. 456-458, s.v. "vreigelen - vreegelen, vrei(e)len, vreelen, wreelen"4. moeilijkheden maken, dwarsbomen ....  vreigele (Valkenburg), cf. WNT XXIII, p. 456 s.v. "vreigelen - vreegelen, vrei(e)len, vreelen"4. (Onz. en wederk.) Alleen in Limb.: moeilijkheden maken, plagend elkaar dwarsbomen, redetwisten, krakeelen.  vréjələ (Meeswijk), meest gebruikt  vreegele(n) (Schinveld), warren: werre (Buggenum), wars doen: wĕrs doon (Opglabbeek), wars werken: wairs wèrken (Niel-bij-As), weirs werken (Bocholt), wääsj wirke(n) (Schinveld), wars zijn: hij is altiet wyrs (Ophoven), wēͅrs zēn (Opglabbeek), wèèrs zeen (Opoeteren), wêrs zeen (Asenray/Maalbroek), warsdrijven: (weersjdrieve) (Mheer), waersdrieve (Montfort), waesjdrieve (Sittard), wairsdrieven (Horn), warsdrieven (Heijen), wearsdrijven (Beverst), weersdrieve (Borgharen), weersj drieve (Posterholt), weersjdrieve (Meerssen), weesj drieve (Simpelveld), wersdrieve (Kessenich, ... ), wersdrieven (Wellerlooi), weèjesjdrieve (Gulpen), weèsjdrieven (Schimmert), wēsdrīvə (Mechelen-aan-de-Maas), wēͅrs driivə (Meeuwen), wĕĕsjdrieven (Geleen), wiäschdrieven (Rimburg), wjasdreeve (Zichen-Zussen-Bolder), wjasdreevən (Eigenbilzen), wjasdrijve (Hees), wjasdrijven (Eigenbilzen), wjâ-esdrijven (Wellen), wärsjdrieve (Valkenburg), wääschdrieve (Schaesberg), wääsjdrieve(n) (Schinveld), wèjisjdrieve (Eys), wèrsdrieve (Belfeld, ... ), wèrsdrieven (Blerick), wèsdrieven (Urmond), wèšdrieve (Brunssum), wêrschdrīēve (Heer), wêrsdrieve (Beegden, ... ), wêrsdrieven (Baarlo, ... ), wêrsdrievə (Swalmen), wêrsjdrieve (Limmel), wêsch drieve (Oirsbeek), wêschdrieve (Bingelrade), wêsdrieve (Beegden, ... ), wêsjdrieve (Einighausen, ... ), wêsjdrieven (Vijlen), wêsjdriēve (Sittard), wêsjdrive (Heek), ps. boven de è staat nog een lengteteken; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen.  wèschdrieve (Lutterade), ps. boven de ê staat nog een lengteteken; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen.  wêsdrieve (Heel), ps. deels omgespeld volgens Frings.  wɛ̄sj}drieve (Mechelen), wat anders willen: hè wilt altiet wat anders (Neeroeteren), wringen: vrengen (Spalbeek), vrĕingen (Gelieren/Bret), vreͅŋə (Herk-de-Stad), vringen (Beverlo, ... ), vrènge (Spalbeek), wreingə (Herk-de-Stad), zijn kop uitwerken: ziene kop oetwerke (Gruitrode), zijn kop volgen: zne kop volge (Kwaadmechelen) dwars (- liggen) || dwars drijven || dwarsdrijven [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)] || dwarsdrijven, tegenstribbelen || dwarsdrijver [SGV (1914)] || dwarsliggen || dwarsliggen; tegen iemands woorden of daden ingaan, met de bijgedachte niet mee te willen werken || Hij moet altijd dwarsdrijven (anders willen zijn dan anderen). [ZND 23 (1937)] || iemand die zonder goede reden altijd tegen spreekt; die altijd anders wil dan de meerderheid [dwarserik] [N 85 (1981)] || trotseren || wrijving zoeken, gewild tegenstribbelen, dwarsdrijven III-1-4