e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een berisping krijgen afgekamd worden: aafkeime (Tungelroy), een berisping krijgen: berisping krijgen (Peer), een charge meekrijgen: een sjars mèt kriegen (Uikhoven), een cheque krijgen: ən sjEk KrEgen (Rotem), ən suEk krEəgən (Dilsen), een dikke sigaar krijgen: ōn dikke segaar krêge (Beverlo), een saus krijgen: ein saus kriegen (Bocholt), soͅws krigən (Maaseik), een sigaar krijgen: een səgaaər krijgen (Niel-bij-St.-Truiden), ein segaar kriegen (Bocholt), ein sigaar kri-jge (Bree), segaar kriegen (Neeroeteren), sigaar kriegen (Neeroeteren), səgār kregə (Bree), wordt meer gezegd van groote personen  En sigaar kriegen (Helchteren), een sigaartje krijgen: een sigèerke kriegen (Uikhoven), een uitbuffeling krijgen: ein oetbuffeling kriegen (Bocholt), een waarschuwing krijgen: ein woarsjuûwing krige (Bree), erlangs krijgen: er langs kriege (Kaulille), er langs krijgen (Kaulille), ervanlangs krijgen: ter va lèngs krêge (Beverlo, ... ), gekijf krijgen: gekijf krijgen (Opglabbeek), gescheld krijgen: gesjel kriegə (Opglabbeek), get naar zijn kont krijgen: gét nao zen kónt kriegen (Uikhoven), het gezegd krijgen: dèe krèeg ⁄t gezag (Gulpen), op de kop krijgen: óp də kòp krīēgə (Gennep), op zijn hoofd krijgen: (hut = hoofd).  op z⁄n hut kriege (Caberg), saus mee krijgen: saos mij krégə (Loksbergen), uitgeschobd krijgen: den krieg ze uûtgeschoept (Oirlo), oetgesjoeptj kriege (Neer), uitgeschobd worden: oetgesjoeptj weure (Neer), uitschelding krijgen: uutsjelling kriegen (Reppel), wat meekrijgen: Wa mee krēgen (Hechtel) berispt, uitgescholden worden || een lichte afkeuring als straf [ripplement, rappelement, afkemming, kemming, afleiding, schelles, berisping] [N 85 (1981)] || een standje, berisping krijgen || een sterke berisping [uitschijter, schrobbering, schoefeling] [N 85 (1981)] || een uitbrander krijgen || hoe zeg je: een vermaning, een berisping krijgen (woord op -ment) ? [ZND 41 (1943)] || iemand iets verwijten, kwalijk nemen en dat met luide stem kenbaar maken [de broek opnestelen, kijven, meegeven, belakken] [N 85 (1981)] || uitbrander (geven of krijgen) || vermaning III-1-4