31289 |
een splits uitsmeden |
afpinnen:
āfpenǝ (L423p Stokkem),
afpletten:
āfplɛtǝ (Q121c Bleijerheide),
haren:
hārǝ (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q118p Schaesberg),
spitsen:
spetsǝ (Q088p Lanaken),
uithalen:
ūshǫalǝ (Q121p Kerkrade),
uitpinnen:
ytpenǝ (L210p Venray),
ūtpenǝ (L246p Horst
[(het zo dun en scherp mogelijk maken van het uiteinde van een koperen plaat door bewerking met de pinhamer)]
, ...
Q098p Schimmert,
L266p Sevenum
[(het zo dun en scherp mogelijk maken van het uiteinde van een koperen plaat door bewerking met de pinhamer)]
,
L423p Stokkem),
verdunnen:
vǝrdønǝ (L423p Stokkem)
|
De uiteinden van twee aaneen te voegen stukken metaal dun en spits uitsmeden om op deze wijze het aanhechtingsvlak van beide delen te vergroten. Om de in een splits uitgesmede uiteinden met elkaar te verbinden worden ze kort verhit, opgestuikt en vervolgens met hamerslagen aan elkaar gesmeed. Zie ook afb. 41. De uiteinden van wielbanden worden onder meer op deze wijze met elkaar verbonden. Zie ook het lemma "wielband". [N 64, 93b; N 66, 34b; N 33, 380]
II-11
|